Prof. Zuiddam bij hersteld hervormde studenten: Geloof in Middelaar in schepping is kernpunt
Er is een onoverbrugbare kloof tussen de historische Jezus van de Bergrede en de prehistorische Jezus die een wereld zou scheppen op een evolutionistische wijze.
Dat betoogde prof. dr. B. A. Zuiddam dinsdag tijdens een gastcollege. Prof. Zuiddam, hoogleraar Nieuwe Testament en kerkhistorie in Potchefstroom (Zuid-Afrika), sprak voor studenten van het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam. Thema van het college was ”Het belang van de prehistorische Jezus in de Godsbeschouwing van de Vroege Kerk”.
Prof. Zuiddam begon zijn lezing door uit te leggen dat er voor de historische Jezus veel getuigen zijn. „Het zijn bijna ooggetuigenverslagen, het Nieuwe Testament is het best overgeleverde boek, met de meeste manuscripten.” Bij de prehistorische Jezus gaat het om Jezus als Middelaar bij de schepping. Voor dat handelen van Jezus zijn weinig getuigen. „Daarbij zijn wij aangewezen op openbaring. Met het wel of niet geloven in openbaring staat of valt de prehistorische Jezus.”
Er is een viertal teksten dat verwijst naar de Heere Jezus als schepper. Allereerst noemde hij Johannes 1, waar wordt gezegd dat door Jezus de wereld is gemaakt. „Hij is de Middelaar in de schepping.” De tweede passage is 1 Korinthe 8:6. „Hier blijkt dat wij ons lichamelijk bestaan aan de Heere Jezus hebben te danken.” Het derde gedeelte is Kolossenzen 1:15-20. „Aan Christus is alle macht gegeven op hemel en op aarde.” De laatste passage is Hebreeën 1:1-13. „Door Hem schept God alle dingen.”
Uit de geloofsbelijdenis van Nicea uit 325 blijkt dat het voor de Vroege Kerk belangrijk was dat Jezus altijd al bestond. Prof. Zuiddam: „De Vroege Kerk beleed de prehistorische Jezus.” Uit de belijdenis van Nicea en die van Constantinopel uit 381 blijkt dat de relatie tussen God en de mensheid een scheppingsrelatie is. „Hij heeft ons gemaakt door schepping en ons hersteld door herschepping.”
In het denken van Calvijn over Christus is het essentieel dat Christus ook Schepper is, aldus prof. Zuiddam. „Bij Calvijn is God zowel Verlosser als Schepper in Christus.” Dat blijkt onder meer uit hoe Calvijn omgaat met de duiding van de wonderen van Jezus in de evangeliebeschrijvingen. Het zijn tekenen van Zijn verlossing, maar ze laten ook zien dat Christus Heer is over de hele schepping.
Het rooms-katholieke concilie van Trente denkt in essentie hetzelfde over Christus als Schepper: net zoals de kerk van alle tijden. „Zij vatten Genesis specifiek op als geschiedenis.”
Als argument tegen theïstische evolutie gebruikt prof. Zuiddam het belijden van de prehistorische Jezus als de Schepper van deze wereld. „Bij theïstische evolutie zou Jezus scheppen door uitzichtloos lijden, terwijl Hij juist in deze wereld komt om ons te verlossen.” Wie voorstander is van theïstische evolutie moet kiezen voor de historische Jezus of de prehistorische Jezus, stelde Zuiddam. „Als u beiden wilt behouden in het intellectuele denken, dan komt u uit bij openbaring. God geloven op zijn Woord aangaande de prehistorische Jezus.”