Jeugdboek over slavernijgeschiedenis
Maar liefst 28 weken aanwezig zijn op een tentoonstelling, niet als schilderij, voorwerp of rondleider, maar als bezienswaardig persoon: het overkwam de Surinaamse Syntax Bosselman, samen met 27 andere landgenoten in 1883. Arend van Dam schreef een bijzonder jeugdboek over hem.
In 1883 wordt in Amsterdam een Wereldtentoonstelling gehouden, zoals die eerder ook in andere landen gehouden werd. In Parijs dankt de Eiffeltoren bijvoorbeeld z’n ontstaan eraan. Nu het in Amsterdam is, wil Nederland natuurlijk zijn bijzonderheden laten zien. Daarom worden er uit alle koloniën, en dus ook uit Suriname, inheemse bewoners gehaald die hun leefwijze aan de bezoekers moeten tonen. Arend van Dam gebruikt dit verhaal als kapstok voor een nieuw jeugdboek over de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Als rasverteller krijgt hij het ook voor elkaar om daarnaast het hele denk- en onderzoeksproces in begrijpelijke taal weer te geven. Zo krijgen de jonge lezers op speelse wijze alvast een introductie van onderzoeksvaardigheden mee. Het lijkt haast te veel voor de doelgroep 10+, maar mijn dochters van 10 en 11 verzekeren me ervan dat het „echt niet saai is.” Bij ieder hoofdstuk staat duidelijk aangegeven waarover het gaat –onderzoek, het verhaal van Syntax of slavernijgeschiedenis–, dus wie het allemaal te langdradig vindt, kan eenvoudig gedeelten overslaan.
Bezienswaardigheid
Het verhaal van Syntax vormt één belangrijke rode draad in het boek. Deze voormalige plantageslaaf stapt op zestigjarige leeftijd aan boord van stoomschip Afrique op weg naar Nederland. Hij zal de koning ontmoeten, zo is hem beloofd, en eregast zijn op een tentoonstelling waar hij mag laten zien hoe mensen in zijn land leven. Van Dam maakt van Syntax een sympathieke, wijze oude man, die gedurende zijn verblijf in Nederland steeds meer vragen krijgt. Waarom komt de koning niet? En zijn ze eigenlijk verplicht om zich te laten bewonderen als curiositeit? Waarom kijken de bezoekers niet verder dan z’n huidskleur en komt het niet tot een echt gesprek? Wat Bosselman echt gedaan en gedacht heeft is onbekend, want het onderzoek naar de herkomst van Syntax én de meeste van zijn reisgenoten blijkt bijzonder lastig. Er zijn foto’s van alle tentoongestelde Surinamers, gemaakt door een achterneef van Napoleon Bonaparte, meer niet. Vrijwel alle voorwerpen van de tentoonstelling zijn spoorloos verdwenen en ook zijn er geen brieven, aktes noch nazaten te vinden die meer kunnen vertellen. Arend van Dam kan dus zijn fantasie de vrije loop laten. Syntax dwaalt samen met Kodjo, als dertienjarige Surinamer de jongste van de groep, over de Wereldtentoonstelling, over de Amsterdamse grachten en door Madame Tussauds. De twee stellen kritische vragen, alsof ze 21e-eeuwse personages zijn. De welwillende lezer zal het wel slikken, omdat de auteur z’n verhalen met vaart vertelt.
Inzicht
Bij de hoofdstukken waarin de geschiedenis van de slavernij wordt beschreven wordt dat slikken wel lastiger. Met grote sprongen gaan we door de geschiedenis, waarbij in alle verhalen één constante is: wat zijn we in het verleden ontzettend slecht en hypocriet bezig geweest. Johan Maurits van Nassau verrijkt zich als gouverneur van Brazilië met slavernij; Michiel de Ruyter redt wel slaven, maar alleen blanke. Er is ook wel blanke slavernij, maar dat kunnen we niet als erg benoemen, want daar was altijd het perspectief van vrijkoping (zoals Jan Dekker wel overkwam als een van de weinige blanke slaven).Kortom, alle foute helden over wie in de laatste maanden discussie is geweest komen langs. Van Dam is in deze discussie duidelijk voorstander van het wijzigen van straatnamen en verwijderen van standbeelden.
Nu is het natuurlijk niet de bedoeling om het slavernijverleden goed te praten. Slavernij is verschrikkelijk en dat moet zeker benoemd worden. Van Dam mist echter alle nuance, waardoor je als lezer geen enkel begrip en inzicht in het verleden krijgt. Blanken waren hebberig én christelijk, dat lijkt verklaring genoeg. Dat er op de Europese arbeidsmarkt voor de armsten ook heel weinig vrijheid was, waardoor de kloof met slavernij veel kleiner was, wordt niet genoemd. En dat in Afrika slavernij al bestond en geaccepteerd was voor de komst van de blanken evenmin. Het wordt daarmee misschien iets ingewikkelder, maar voor een schrijver die het voor elkaar krijgt het onderzoeksproces spannend op te schrijven moet dat geen bezwaar zijn.
Onjuist
Naast deze eenzijdige beeldvorming staan er ook feitelijke onjuistheden in het boek. Dat de VOC Nederland rijk heeft gemaakt, bijvoorbeeld. En dat de helft van de slaven tijdens de oversteek op de oceaan de tocht niet overleefde. Geen historicus zal dit voor zijn rekening willen nemen.
De vraag is nu: hoe erg is dit allemaal? Lezers die zijn opgegroeid met boeken van Piet Prins en K. Norel kregen ook geen juist beeld mee van de Tweede Wereldoorlog en toch zal geen ouder daarom het lezen van hun boeken verboden hebben. Van Dam schrijft meeslepend en kinderen krijgen toch wat feiten rondom slavernij mee, zo zou je kunnen zeggen. Dat er zo kritisch en vanuit een liberaal-seculiere hoek naar het verleden wordt gekeken, vraagt dan echter wel een stevig nagesprek van ouders of docenten, en daar zal niet iedereen aan toekomen.
Boekgegevens
De reis van Syntax Bosselman. Verhalen over slavernij, Arend van Dam; uitg. Van Holkema & Warendorf, Houten, 2018; ISBN: 978 90 003 5915 8; 304 blz.; € 15,99.