Memoires schrijvende Lubbers verdient navolging
Daar liggen ze dan: de memoires van een van onze bekendste en belangrijkste premiers, Ruud Lubbers. Verrassende, nieuwe inzichten bieden ze niet. Of het moet zijn dat de oud-politicus min of meer zijn spijt betuigt over het feit dat hij zijn opvolger Brinkman, die hij nota bene zelf als de nieuwe CDA-leider en als de volgende minister-president had aangewezen, in 1994 op zo’n onbegrijpelijke en onheuse wijze beentje heeft gelicht.
Ook zijn beschrijving van de gebeurtenissen in 2010 geeft wel wat nieuwe inkleuring aan reeds bekende feiten. Dat hij voorstander was van een door de PVV gedoogd kabinet hield mede verband met zijn sluwe plan om in dat kabinet zijn vriend Hirsch Ballin minister van Justitie te maken. Telkens als lastpak Wilders een gewaagde uitspraak wilde doen, diende hij die eerst voor te leggen aan Hirsch Ballin, zo was de opzet. Maar het voornemen mislukte doordat Hirsch Ballin uiteindelijk dit kabinet niet in stapte.
Toch zijn deze memoires, al bevatten ze weinig hard nieuws, wel degelijk van betekenis. Nee, de waarde ervan schuilt niet zozeer in beschouwingen over bijvoorbeeld het lubberiaanse taalgebruik. Want ook daarvan wisten we toch eigenlijk al dat de vroegere CDA-coryfee dit vooral toepaste om zaken te verhullen, om voor zichzelf politieke ruimte te scheppen, om in contact te blijven met zijn tegenspelers zonder harde standpunten in te nemen, zodat hij in alle opzichten zijn wendbaarheid behield?
Wat is dat wel de betekenis van de verschijning van Lubbers’ levensherinneringen? Die is tweeërlei. De eerste is dat ze ons opnieuw bepalen bij de betekenis van deze man als minister-president van Nederland. „Ik herinner me hem vanwege drie dingen”, zei oud-premier Van Agt na het overlijden van zijn opvolger: „Vanwege zijn intelligentie, zijn energie en zijn dapperheid.” Dat was raak getypeerd. Want met name deze drie eigenschappen stelden de CDA-leider in staat om in een tijd waarin dat hard nodig was in de Nederlandse overheidsfinanciën en in ons sociale stelsel de ingrepen te doen die vereist waren.
De tweede reden waarom deze memoires van belang zijn, is het feit dat dit genre in Nederland eigenlijk te weinig beoefend wordt. Waar in sommige andere landen, met name in de Angelsaksische wereld, elke zichzelf respecterende politicus op zeker moment zijn memoires publiceert, wordt deze schrijfcategorie in ons land tamelijk weinig toegepast. Dat is jammer, omdat memoires in principe een nuttige en waardevolle bijdrage kunnen leveren aan onze politieke geschiedschrijving.
Daarom, Lubbers verdient navolging, niet alleen vanwege zijn door Van Agt geroemde intelligentie, energie en dapperheid, maar ook vanwege zijn met ons allen gedeelde terugblik op zijn leven. Wie daar kennis van neemt, wordt daar beslist niet armer van.