Dekker legt digitalisering rechtspraak stil
Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) legt de digitalisering van de rechtspraak tot nader order stil. Hij wil eerst zeker weten dat die niet weer uitdraait op een peperdure mislukking.
Dekker is „zeer geschrokken” van de „zeer ernstige” problemen die bij de overgang van de rechtbanken naar digitaal werken zijn ontstaan. Het project duurt al jaren en de kosten zijn van enkele miljoenen opgelopen tot 220 miljoen euro.
De rechtbanken concludeerden onlangs dat de digitaliseringsoperatie helemaal opnieuw moet, maar dan in bescheidener vorm. Daar steekt de minister een stokje voor, want hij ziet „nog aanzienlijke risico’s” en is „niet overtuigd” door de reactie van de rechtbanken. Hij wil eerst met hen gaan praten om te verzekeren dat „alle neuzen dezelfde kant op” staan, de „juiste mensen op de juiste plek” zitten en duidelijk is wie het project leidt en wie welke taak uitvoert.
Dekker is wel blij met de bescheidener opzet die de rechtbanken nu hebben voorgesteld. Ze willen dat de communicatie tussen burgers, advocaten en de rechterlijke macht voortaan digitaal verloopt, maar streven niet langer naar complete automatisering van de werkwijze binnen de rechtspraak. De komende maanden moet in kaart worden gebracht aan welke basisvoorwaarden moet worden voldaan om dit tot een succes te maken. Voorlopig verandert er voor burgers dus niets.
De onderzoekers die het fiasco tegen het licht hebben gehouden, raadden de minister aan om „een actievere rol te nemen”. De minister neemt dat advies ter harte en gaat zich meer met het project bemoeien. Helemaal afzien van digitalisering is volgens Dekker ook geen optie, omdat die nu eenmaal „onontkoombaar” is.