Kabinet: Meer grip op stijging zorgkosten
Het kabinet wil met een nieuwe wet voorkomen dat de kwaliteitsstandaarden van Zorginstituut Nederland los van hun financiële consequenties van kracht kunnen worden.
Dat blijkt uit de memorie van toelichting van de conceptwet die de Volkskrant heeft ingezien.
Zorginstituut Nederland is ontstaan uit het College voor Zorgverzekeringen (CvZ). Dat orgaan adviseerde het kabinet over het wel of niet vergoeden van medische zorg in het basispakket.
In 2014 werd het toenmalige college omgevormd tot het huidige instituut. Daarbij kreeg het een mandaat om bindende kwaliteitseisen op te stellen voor medische beroepsgroepen.
Medische verrichtingen die niet werden voorgeschreven door de richtlijnen zouden worden beoordeeld als overbodig of ondoelmatig. De verzekeraars hoefden deze zorg niet meer te vergoeden.
In 2016 gaf toenmalig staatssecretaris Van Rijn het instituut met medeweten van de Tweede Kamer opdracht richtlijnen op te stellen voor goede verpleeghuiszorg. Vervolgens werd het kabinet geconfronteerd met een ander aspect van de doorzettingsmacht van het instituut.
Daadwerkelijke zorg
Patiënten kunnen via de rechter afdwingen dat de zorg waar zij gezien de richtlijnen recht op hebben ook daadwerkelijk wordt geboden. De overheid moet dus financieel mogelijk maken dat deze zorg ook kan worden geleverd.
Het huidige kabinet moet daardoor 2,1 miljard euro uittrekken voor verpleeghuiszorg. Het geld is onder meer bedoeld voor het wegwerken van personeelstekorten.
De wet die nu in de maak is, moet regelen dat de richtlijnen van het instituut pas bindend worden nadat het kabinet instemde met de financiële consequenties ervan. Doel is het tegengaan van een ongewenste stijging van de collectieve uitgaven. In de wet staat dat het kabinet zich niet zal bemoeien met de inhoud van de standaarden, aldus de Volkskrant maandag.