Militairen Irak blij met vrijspraak Eric O.
De Nederlandse militairen in Irak zijn blij met de vrijspraak voor hun collega van de mariniers, sergeant–majoor Eric O. Toch heerste er maandag op Camp Smitty, met zevenhonderd militairen het grootste Nederlands kamp in Irak, eerder een gelaten sfeer dan een juichstemming. En volgens de commandant van de Nederlanders maakt de uitspraak geen verschil voor het optreden van zijn militairen.
Bataljonscommandant, luitenant–kolonel K. Matthijssen, zei maandag wel dat het vonnis van de militaire rechtbank in Arnhem duidelijkheid geeft voor de militairen. „Er zijn momenten dat je in fracties van seconden moet besluiten over inzet van geweld. Het is goed te weten dat militairen niet bang hoeven te zijn voor de toetsing achteraf van hun handelen. Dat we kunnen vertrouwen op het rechtssysteem en ons geen zorgen hoeven te maken over de consequenties achteraf van ons handelen."
Volgens Matthijssen zitten de geweldsinstructies bij zijn militairen goed „tussen de oren". Dat is volgens de commandant nog belangrijker dan de duidelijkheid op de zogeheten gele kaart. „Op die kaart, die militairen op missie altijd bij zich dragen, staan de geweldsinstructies."
Een van de onderofficieren van Matthijssen stelde maandag dat zijn „kerels" zich nu geen zorgen meer hoeven te maken hoe hun optreden in Nederland wordt ontvangen. „Zeer blij", was sergeant–majoor J. de Lange (dezelfde rang als Eric O.) dan ook met de vrijspraak.
De Lange, compagniescommandant bij de Alpha–compagnie, gaat zelf meerdere keren per week op patrouille. Zijn 124 mannen doen dat „24 uur per dag, zeven dagen per week". De vervolging van Eric O. heeft bij zijn infanteristen wel door de hoofden gespeeld. „Wij doen ons werk naar eer en geweten en je zet je in voor het vaderland. Toch sleept datzelfde vaderland je voor de rechter", aldus De Lange.
„Niet meer dan logisch", zei ook een jonge korporaal uit Friesland, die niet met zijn naam in de krant wil, over de vrijspraak. „Wat ik ervan begrepen heb was het een afgeketst waarschuwingsschot. Dat kan gebeuren, is een ongelukje."
Minister Kamp van Defensie, vanaf maandag een aantal dagen op bezoek bij de 1360 Nederlandse militairen in Irak, reageerde „met gemengde gevoelens". „Ik ben natuurlijk erg blij voor de sergeant–majoor en ik feliciteer hem en zijn familie en zijn advocaat. Maar tegelijkertijd ben ik bedroefd over wat hij heeft moeten meemaken. Hij werd opgepakt, vanuit Irak naar Nederland gehaald, vastgezet en hij kreeg alle publiciteit over zich heen. Dat heeft hem en zijn gezin geraakt en beschadigd, terwijl de rechter nu oordeelt dat hem niets te verwijten valt. Daar kan ik als minister van Defensie niet blij mee zijn."
Kamp belde in de middag persoonlijk met O. om hem te feliciteren. O. was eerder zeer teleurgesteld over Kamp, omdat die hem niet toestond terug te keren naar zijn eenheid in Irak. O. zei tijdens het proces in Arnhem dat hij dat de minister „zeer zwaar aanrekende". Kamp zei na het telefoongesprek dat er bij O. geen „hard feelings" meer zijn. „Ik heb de indruk dat de sergeant–majoor nu niet verbitterd is. Hij heeft begrip voor mijn besluit om hem in Nederland beschikbaar te houden voor het Openbaar Ministerie." O. kan in de toekomst weer gewoon deelnemen aan buitenlandse missies.
Eerder op de dag wees Kamp in een reactie op de rechtbankuitspraak op de grote impact die de initiële verdenking van moord, dan wel doodslag tegen O. heeft gehad op de krijgsmacht. Kamp weigerde kritiek of commentaar te geven op het optreden van het OM de afgelopen negen maanden. „Dat past mij niet. Het werk van het OM is, net als dat van militairen, moeilijk. Ik wil dat niet nog moeilijker maken."
De minister stelde dat er wel lessen zijn getrokken uit de hele affaire rond Eric O. Zo zijn de contacten tussen Defensie en OM verbeterd, en hebben leden van het OM in Arnhem deze zomer de Nederlandse militairen in Irak bezocht om een beter beeld te krijgen van hun werkzaamheden. Ook is afgesproken dat militairen bij een schietincident primair als getuige worden gezien en niet als verdachte, net zoals dat het geval is bij politiefunctionarissen in Nederland.
Kamp wil ondanks het onbegrip in de affaire tussen justitie en Defensie niet terug naar de Krijgsraad. „Het huidige systeem is goed. Ik leg verantwoording af tegenover de Tweede Kamer, de militaire top doet dat tegenover mij en er kunnen situaties zijn waarin individuele militairen verantwoording moeten afleggen tegenover het OM. Dat hoort bij onze Nederlandse rechtsstaat."