Liever stijgende lonen dan oplopende aandelenkoersen
Al veertig jaar profiteren werknemers weinig van de economische groei. Dat komt de financiële stabiliteit niet ten goede.
De aandelenkoersen deden afgelopen week eindelijk waar menig belegger al een tijdje rekening mee hield: een scherpe correctie op een lange periode van forse koersstijgingen.
Minder opvallend, maar zeker zo interessant was de publicatie van een studie van de Rabobank. Die laat zien dat gezinshuishoudens de laatste veertig jaar maar weinig hebben geprofiteerd van de economische groei, terwijl bedrijven dat wel deden.
Eerst de aandelenmarkten. Lange tijd zijn de koersen zonder grote onderbrekingen opgelopen. Op zich is dat niet vreemd, want de economie zit wereldwijd in de lift en beursgenoteerde ondernemingen laten mooie winstcijfers zien. Maar meer nog dan dat zijn het de centrale banken die de koersen hebben opgestuwd. Al sinds de crisis van 2008 trappen zij op het gaspedaal door de rente laag te houden. Beleggen in obligaties is daardoor geen aantrekkelijk alternatief voor aandelen, en de spaarrekening al evenmin.
Dat de centrale banken de rente laag houden, is mogelijk doordat de inflatie, ondanks de economische opleving, laag is gebleven. Dit wordt toegeschreven aan de zwakke loonontwikkeling. Als de lonen niet of weinig stijgen, verhogen bedrijven de prijzen niet zo snel.
De koerscorrectie van de laatste dagen, die afgezet tegen de eerdere koerswinsten beperkt is, vond plaats naar aanleiding van berichten dat de loonontwikkeling in de VS nu dan toch begint aan te trekken. Dat zou de Fed, het Amerikaanse stelsel van centrale banken, ertoe kunnen bewegen om de rente sneller dan eerder gedacht te verhogen. En dat is slecht nieuws voor de aandelenmarkten.
Zeker is dit nog niet en dus ook niet of het ‘feest’ op de aandelenmarkten voorbij is. Maar hoe het ook loopt, interessant is om te zien waarom –ondanks dat de economie in de VS en Europa al lange tijd groeit en de arbeidsmarkt krapper wordt– de loonontwikkeling zo zwak is.
En daar komt de Rabobank-studie om de hoek kijken. Daarin wordt gesteld dat het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens al sinds 1977 nauwelijks is toegenomen doordat de winsten in afnemende mate werden uitgekeerd als inkomen aan huishoudens en steeds meer bij de ondernemingen en hun aandeelhouders bleven liggen.
Eerlijk of niet, deze trend zal niet snel veranderen. Maar ook voor ondernemingen heeft de zwakke loonontwikkeling negatieve kanten. Werknemers die weinig loonstijging meekrijgen zijn immers ook consumenten die weinig kunnen besteden. Niet alleen was de loonontwikkeling de afgelopen jaren zwak, ook wilden de consumentenbestedingen lange tijd niet op gang komen.
Tegelijk mogen we ons zorgen maken over de schaduwkant van de lage rentetarieven. Doordat geld lenen zo goedkoop is, komt het sneller op verkeerde plekken terecht. Ondernemers investeren in activiteiten die, als de rente weer hoger staat, onrendabel blijken te zijn.
Daarnaast stappen beleggers sneller in risicovolle beleggingen. Dat kan zo niet doorgaan. Voor de financiële stabiliteit zou het goed zijn als de economische groei zich vertaalt in stijgende lonen in plaats van oplopende aandelenkoersen.
De auteur is werkzaam in de financiële sector en schrijft over ontwikkelingen in de wereldeconomie.