Weerwoord: Nederlandse kerk de navel van de wereld?
„Het is droevig gesteld met de kerk.” Hoe vaak hoor of lees je deze uitspraak niet? Of anders: „Gods oordelen hangen laag over deze wereld.” Een ervaring of gemoedsgesteldheid die hoort bij de plaatselijke situatie van de kerk brengt iemand tot uitspraken die de hele wereld aangaan. Maar is de Nederlandse kerk voor de christen wel de navel van de wereld?
JA
Het is een natuurlijk gegeven dat mensen de wereld bezien vanuit hun eigen situatie. Als kind groei je op met het oog op je eigen huis, buurt en plaats. Later verbreedt die blik zich met ervaringen van buiten. Maar in zekere zin blijft ieder mens verbonden aan de plek waar alles begon en bekijkt ook een volwassene de wereld vanuit de plaats waar hij of zij zich bevindt. Dat geldt voor individuen en groepen.
Een concreet voorbeeld is de landkaart zoals je die plaatselijk koopt. Op de Indonesische wereldkaart ligt Indonesië in het midden. In Nederland geldt dat van Europa. Ieder land of werelddeel plaatst zichzelf op de wereldkaart in het midden.
Lange tijd bezag Europa de rest van de wereld vanuit zijn gezichtspunt, met alle gevolgen van dien. Denk aan de tijd van de koloniën en hoe de kunstmatige verdeling van de grondgebieden in Afrika tot vandaag toe betwist wordt. En, recenter, wat te denken van de Amerikaanse inmenging in Irak? Werd ook deze operatie niet gedomineerd door een westerse visie op wat er in Irak gaande was? Dergelijke voorbeelden zijn niet alleen bakens in zee die duidelijk maken hoezeer het schip kan stranden, maar ook bakens die waarschuwen dat men geneigd is zichzelf als de navel van de wereld te zien.
Het is dus niet vreemd dat men in de kerk vanuit zichzelf denkt. Ook christenen zijn geneigd hun maatstaven op te leggen aan christenen in andere culturen. Bijvoorbeeld wanneer ze vinden dat de Geneefse toonzetting voor de wereld de beste muzikale vertolking van de psalmen is. Of wanneer ze van mening zijn dat een Papoea de muziek van Bach ook mooi moet vinden. Omgekeerd is wat christenen in Latijns-Amerika en op andere continenten belijden voor hen zelden relevant. Het is zoals een van mijn studenten laatst zei: „Meneer, houd toch eens op over die kerken in andere delen van de wereld. Wij leven hier en niet daar.”
NEE
De Bijbel kent feitelijk maar één land of gebied dat een bijzondere plaats inneemt, namelijk Kanaän. Er is echter geen land in de wereld dat zichzelf een positie kan toeschrijven boven andere landen. In het Nieuwe Testament gaan juist de grenzen van Kanaän open en komen alle volken van de wereld in beeld.
Een christen ontvangt in zijn of haar bekering een nieuw wereldbeeld, gericht op het Koninkrijk dat in Christus komende is. Lokale grenzen vervagen. Een christen draagt daarom namen als ”gast en vreemdeling”, ”heilige” (dat wil zeggen: aan God gewijd), ”krijgsknecht” (in dienst van God), ”arbeider in het Koninkrijk”. Het doen van gerechtigheid (leven naar de wil van God) en het streven naar heiligheid (toewijding aan God) staan in dat Koninkrijk centraal.
In hun burgerschap zijn christenen tegendraads en gaan zij in tegen heersende culturen, lokaal en nationaal.
Christenen bidden voor de wereld. In hun gedachten proberen zij de ontwikkelingen van Gods Koninkrijk op deze aarde te overzien. Ze letten daarbij op wat God in het laatst van de dagen nog vervullen zal en dat Hij trouw zal blijven aan Zijn Verbond. Daarin ligt de hoop van christenen. Als burgers van Gods Koninkrijk spannen zij zich in om dat Koninkrijk te doen komen onder alle volken. Hun geestelijke identiteit in Christus overstijgt de lokale ervaring. In hun denken nemen christenen uit andere werelddelen een belangrijke plaats in. En dan is er elders op aarde altijd wel een bemoediging of onderwijzing te vinden voor een lokale geestelijk ingezonken kerk.
DUS
Een christen ontvangt in de bekering een nieuwe identiteit als burger van Gods Koninkrijk, een koninkrijk dat wereldbreed is. Dit geestelijk burgerschap staat bovenaan. Daarna volgen het nationale en het kerkelijke ”burgerschap”. Gods beloften stijgen boven de lokale context uit en een christen verwondert zich met andere christenen over de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte van de liefde van Christus. De focus is de welstand van die ene, heilige, algemene, christelijke Kerk. Is men elders in lijden, dan lijdt men mee. Is er plaatselijk vreugde, dan brengt men op andere plaatsen lof. Hebben wij moeiten, dan leren wij van anderen. Christen en kerk spannen zich in de lokale context in om wereldbreed te denken. Ze leren Petrus nazeggen: „Wij geloven door de genade van de Heere Jezus Christus op dezelfde wijze zalig te worden als ook zíj.”
>>rd.nl/weerwoord