Watersnoodmuseum verzamelt foto’s van slachtoffers ramp 1953
Het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk wil de komende vijf jaar zo veel mogelijk portretfoto’s verzamelen van slachtoffers van de watersnood op 1 februari 1953. Die foto’s zullen worden gedocumenteerd en zo mogelijk tentoongesteld.
Dat zegt directeur Siemco Louwerse van het museum in het Zeeuwse Ouwerkerk tegenover het Reformatorisch Dagblad. Op 1 februari is het 65 jaar geleden dat de watersnood delen van Zeeland, Zuid-Holland en West-Brabant trof. Daarbij kwamen zo’n 1800 mensen om.
Levensverhalen
Met het verzamelen en tonen van de foto’s van de getroffenen wil het Watersnoodmuseum de ramp van 1953 nog meer een gezicht geven. „Vergelijk het met een terreuraanslag. Eerst komt er een getal over het aantal slachtoffers in het nieuws. Daarna verschijnen berichten over de mensen achter die cijfers.”
Inmiddels heeft het museum de eerste honderd foto’s van slachtoffers in bezit. Die afbeeldingen worden vanaf 1 februari tentoongesteld. Eerst een paar dagen op panelen in een tent bij het Watersnoodmuseum, daarna op een wand in het museum zelf. „Nabestaanden die de afbeeldingen inmiddels beschikbaar hebben gesteld, vinden het een prachtig eerbetoon als bijvoorbeeld de foto van hun moeder wordt tentoongesteld. De foto’s zijn vaak statig, mensen gingen er speciaal voor naar de fotograaf.”
Elke foto vertelt een „indrukwekkend verhaal”, geeft Louwerse aan. „Prachtige mensen zijn in die verschrikkelijke rampnacht verdronken. Op een van de foto’s ligt bijvoorbeeld een dreumesje op een commode. Pieter Cornelis Nijsse. Andere afbeeldingen tonen complete gezinnen. Dat komt allemaal wel bij je binnen.”
Het museum verspreidt binnenkort een brochure over het fotoproject, waarin nabestaanden de oproep krijgen foto’s van hun dierbaren in te leveren. In die brochure staan de honderd al binnengekomen foto’s van slachtoffers al afgedrukt. Zoals: de broertjes Marinus en Johannes Willem Bruggeman. Wat onwennig kijken de twee jongetjes in de lens. Of: Lijntje Adriana van Erkel-van Putten en haar jonge dochtertje Willemina Maria. Het lachende meisje heeft een grote strik in haar haar. Of: Algonda Helena van Kampen. De vrouw kijkt ernstig. Allen werden verzwolgen door de golven.
Niet alle nabestaanden zullen het op prijs stellen als de foto van hun in 1953 verdronken geliefde publiek wordt gemaakt, realiseert Louwerse zich. „Uiteraard gaan we op een respectvolle manier te werk. Als families niet of nog niet een foto willen afstaan, respecteren we dat natuurlijk.” Verder is het de vraag of van alle slachtoffers foto’s in omloop zijn. „Nu kunnen we overal makkelijk met onze smartphones foto’s maken, maar dat was in 1953 natuurlijk totaal anders.”
Nog niet aan toe
Het project, ”Namen krijgen een gezicht – Watersnood ’53” geheten, gaat zo’n vijf jaar lopen. Louwerse vindt het lastig in te schatten hoeveel foto’s er uiteindelijk binnenkomen. „Ik heb nabestaanden gesproken die zeggen: We zijn er nu nog niet aan toe een foto van onze geliefde af te staan, maar misschien over vijf jaar wel.”
Financiële ondersteuning van het project komt van Deltacommissaris Wim Kuijken. Hij is namens de overheid verantwoordelijk voor het Deltaprogramma, dat overstromingen in ons land moet voorkomen. Van de honderd inmiddels beschikbare portretfoto’s komt het gros van Goeree-Overflakkee. „Daar is iemand actief de boer op geweest om foto’s in te zamelen.”