Bij aankomst op het vliegveld werden zij en twee begeleiders afgevoerd door een militair. Ze moesten hun paspoorten inleveren. Het gezelschap werd opgesloten en bewaakt door vier militairen. Na twee uur werden ze op een vliegtuig van Air France naar Parijs gezet.

„Je voelt je machteloos en woedend", aldus Dittrich zaterdag telefonisch vanuit Parijs. „We werden aangehouden zonder dat ons verteld werd waarom. We zijn in een kamer gezet waar we niet uitmochten. Als je naar de wc wilde moest dat onder bewaking. We zijn ook gefilmd door de militairen die ons bewaakten. Later kreeg onze Spaanse collega te horen dat hij Cuba niet in mocht omdat hij zich beledigend had uitgelaten over het land. Wij kregen niets te horen. We mochten ook geen contact opnemen met een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade die op het vliegveld was om ons op te halen."

Dittrich mocht alleen zijn mobiele telefoon houden. Daarmee kon hij sms’jes versturen naar zijn woordvoerster in Den Haag, die aanvankelijk de indruk had dat Dittrich in een cel zat opgesloten. „Ik moest toch iemand waarschuwen. We wisten absoluut niet wat er met ons ging gebeuren."

Voor de D66–leider onderstreept zijn ervaring eens te meer dat het met de mensenrechten op Cuba belabberd is gesteld. Hij wil dan ook dat minister Bot van Buitenlandse Zaken ervoor zorgt dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba op een laag pitje blijven. „De sociaal–democratische Spaanse regering wil de banden met de Cubaanse leider Castro aanhalen, maar daar kan geen sprake van zijn. Er zitten enorm veel dissidenten gevangen op Cuba. En de geheime politie werkt er blijkbaar bijzonder goed. Wij werden zonder problemen uit een hele groep passagiers geplukt."