Kabinet: Daden IS vallen onder verdrag over genocide
Islamitische Staat heeft zich „hoogstwaarschijnlijk schuldig gemaakt aan genocide. De verplichtingen uit het Genocideverdrag zijn op haar daarom van toepassing.”
Dat schrijft het kabinet in reactie op een eerder door de regering gevraagd volkenrechtelijk onderzoek naar het gebruik van de term genocide door politici. Het kabinet vroeg om dat onderzoek nadat de Kamer daarop had aangedrongen via een motie van CU-Kamerlid Voordewind. Die noemt de kabinetsreactie „een stap in de goede richting.” Wat hem betreft had het woord „hoogstwaarschijnlijk” echter wel uit de brief weggelaten mogen worden.
Ook CDA-Kamerlid Omtzigt is positief over de kabinetsreactie. Hij benadrukt dat deze nu wel praktische gevolgen moet gaan krijgen. „Als de wandaden van IS onder het Genocideverdrag vallen, is Nederland verplicht al het mogelijke te doen om daders van deze genocide te vervolgen. Uit Nederland zijn zo’n 300 jihadisten naar Syrië vertrokken en een onbekend aantal is teruggekeerd. De vraag is nu hoe we die mensen in beeld krijgen en hoe we hen strafrechtelijk gaan vervolgen.”
Wat de Armeense genocide van 1915 betreft blijft het kabinet, ook in de Kamerbrief van vrijdag, spreken over „de kwestie van de Armeense genocide.” Voordewind is het daar niet mee eens. Hij wil op het punt terugkomen in een Kamerdebat in februari over het volkenrechtelijk onderzoek en de kabinetsreactie daar op.
De Federatie van Armeense Organisaties in Nederland (FAON) noemt het „merkwaardig” dat in deze kabinetsreactie „de enige genocide waarop de term, historisch gezien, is gebaseerd, niet als genocide wordt erkend.”