Buitenland

Strijd in Californië om verwijsplicht abortus

Het Amerikaanse hooggerechtshof buigt zich over de vraag of prolifeorganisaties waar zwangere vrouwen aankloppen voor hulp, gedwongen kunnen worden ook te wijzen op de mogelijkheid van abortus. Een wet in de staat Californië verplicht hen daartoe.

24 November 2017 19:37Gewijzigd op 17 November 2020 02:53
Betoging van deelnemers aan de Mars voor het Leven voor het gebouw van het Hooggerechtshof in Washington, januari. Het hof buigt zich nu over de vraag of prolifehulporganisaties verplicht morgen worden ook naar abortusklinieken te verwijzen. beeld EPA, Mi
Betoging van deelnemers aan de Mars voor het Leven voor het gebouw van het Hooggerechtshof in Washington, januari. Het hof buigt zich nu over de vraag of prolifehulporganisaties verplicht morgen worden ook naar abortusklinieken te verwijzen. beeld EPA, Mi

Rechter Gloria C. Trask van het hof in Riverside County (Californië) maakte eind oktober duidelijk dat de zogenoemde Reproductive Fact Act uit 2015 op gespannen voet staat met de grondwettelijke vrijheden. Op grond van deze wet van de staat Californië worden prolifeorganisaties verplicht een vrouw die hulp vraagt het telefoonnummer van een abortuskliniek te geven. Bij het intakegesprek moet de vrouw bovendien worden verteld dat een abortus tegen lage kosten kan worden uitgevoerd in een kliniek die door de overheid wordt betaald.

„De Fact Act dwingt tot een eenzijdig advies. Het gaat hier niet om het doorgeven van neutrale informatie, zoals het aantal calorieën in voedsel of het octaangehalte in brandstof voor auto’s”, schreef de rechter in haar motivering.

Het is in de VS niet ongebruikelijk om via juridische uitspraken de wet aan te passen dan wel van tafel te krijgen en daar maken prolifeorganisaties gebruik van. De zaak bij het hof in Riverside County was aangespannen door de Alliance Defending Freedom namens een netwerk van prolife-instellingen. Die had in oktober 2016 al een rechtszaak over deze kwestie verloren bij het 9e Federale Hof van Appel: een rechtbank die beroepszaken hoort uit de staten die samen het zogenoemde negende circuit vormen.

Hetzelfde gebeurde in een proces dat de christelijke lobbyorganisatie Liberty Counsel namens drie prolifecentra met een iets andere argumentatie voerde. Het argument dat de Liberty Counsel aanvoerde was dat de Californische wet zou strijden met de vrijheid van meningsuiting en die van godsdienst.

Nu de uitspraak van het hof in Riverside is dat de wet van Californië wel strijdig is met de grondwet, is er volgens Liberty Counsel alle reden om het oordeel van het federale hooggerechtshof te vragen. Er is immers sprake van conflicterende gerechtelijke uitspraken en dan zal het hooggerechtshof duidelijkheid moeten geven.

Een woordvoerder van de staat Californië ontkent de grondwet te schenden. „Wij willen objectieve medische informatie verstrekken. En daar hoort bij dat je zwangere vrouwen die hulp zoeken vertelt dat abortus tot de mogelijkheden behoort.”

Prolifeorganisaties in de VS hebben goede hoop dat het hooggerechtshof de wet van Californië ongrondwettig zal verklaren. In eerdere, vergelijkbare gevallen gebeurde dat ook. Zo oordeelden de opperrechters in 2014 en 2016 dat de staat Maryland te ver ging door prolifekraamcentra te verplichten om vrouwen informatie te verstrekken over plaatsen waar ze abortus kunnen laten uitvoeren.

De uitspraak die het hooggerechtshof nu gaat doen, kan volgens Mat Straver, jurist van de Liberty Counsel, verstrekkende gevolgen hebben. „Wanneer het hooggerechtshof de wet in Californië afwijst, zal dat andere staten er mogelijk van weerhouden om ook een wet in te voeren zoals die nu in Californië geldt.” Op dit moment zijn er in de staat Hawaï plannen om dat te doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer