Tot dat moment kunnen boeren die in 2018 gebruik willen maken van de derogatie (die melkveehouders toestaat extra mest uit te rijden), zich het best houden aan de voorwaarden die gelden voor de huidige derogatie, vertelde ze er bij. „Al is dat wel voor eigen risico.”

De linkse oppositie wilde weten of Schouten wel stevig genoeg optreedt tegen mestfraude. De minister vindt van wel. De sector is nu aan zet. „Die moet zelfreinigend vermogen tonen.” Als overheid „regel op regel” stapelen, heeft volgens haar geen zin als de cultuur in de sector niet deugt. „Vervoerders en boeren moeten elkaar aanspreken.”

Het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn –dat het mestbeleid in de periode 2018-2020 invult– bevat overigens wel extra maatregelen om de mestregels beter te kunnen handhaven. Schouten vertrouwt er op dat Nederland met de verscherpte regelgeving Brussel kan overtuigen ons land een nieuwe derogatie te verlenen.

De zogeheten POR-regeling kan echt niet worden verlengd, aldus de minister, „anders zetten we de derogatie op het spel.” Om diezelfde reden handhaaft Schouten de sectorplafonds die zijn opgenomen in het zesde actieprogramma om de mestproductie door de melkvee-, varkens- en pluimveesector te maximeren. CDA en VVD zijn daar tegen. Maar Brussel wil die plafonds per se. De minister bekijkt nog wel of er fosfaatruimte van de ene naar de andere sector mag worden geschoven.

Schouten zegde CDA en CU toe in 2018 een proef met de Kringloopwijzer –een mineralenmanagementsysteem– te starten.