De ACM rekent voor dat een consument die bijvoorbeeld op 1 september van dit jaar een contract afsloot met een variabele prijs en een onbepaalde looptijd, het zogenaamde slaperstarief, tot wel 452 euro had kunnen besparen. Daarvoor had hij op dat moment moeten overstappen naar het goedkoopste eenjarige contract met een vaste prijs. Ook mensen met andere contracten kunnen echter veel besparen met een overstap.

Afgelopen jaar wisselden ongeveer 1,2 miljoen huishoudens van aanbieder voor gas en elektriciteit, evenveel als in de twaalf maanden daarvoor. Consumenten die eenmaal een keer zijn overgestapt, doen dat daarna vaker. Het aantal consumenten dat nooit van energieleverancier wisselde, wordt dan ook steeds kleiner. Momenteel gaat het om 29 procent van de consumenten, vorig jaar was dat nog 31 procent.

De ACM hamert al enige tijd op begrijpelijkere rekeningen van energieleveranciers. Die moeten het makkelijker maken voor consumenten om te bekijken of ze kunnen besparen.

De voornaamste motivatie voor mensen om te wisselen van energie-aanbieder is de prijs. De prijs is voor bijna acht op de tien de belangrijkste drijfveer. Redenen als duurzamere aanbieders of een welkomstcadeau geven in zo’n 15 procent van de gevallen de doorslag.

Wel groeit het aantal afgenomen contracten met een vorm van groene stroom sinds 2015 gestaag. Inmiddels neemt 69 procent van de consumenten groene stroom af, tegenover 58 procent in 2015.