Economie

Gerechtshof snijdt ontsnappingsroute fosfaatplan melkveehouderij af

Het was dinsdag een treurige dag voor zo’n 3000 Nederlandse melkveehouders. Het gerechtshof in Den Haag haalde een streep door de uitzonderingspositie die zij hoopten te verkrijgen op de verplichte inkrimping van hun veestapel.

1 November 2017 10:41Gewijzigd op 17 November 2020 02:42
MUIDERBERG. Een robot veegt de mest van de roostervloer in een melkveestal in Muiderberg. De Nederlandse melkveehouderij moet inkrimpen tot onder een met Brussel afgesproken mestplafond. beeld ANP, Koen Suyk
MUIDERBERG. Een robot veegt de mest van de roostervloer in een melkveestal in Muiderberg. De Nederlandse melkveehouderij moet inkrimpen tot onder een met Brussel afgesproken mestplafond. beeld ANP, Koen Suyk

De officiële reacties uit de veehouderij zijn echter positief. De inkrimping waar elke melkveehouder dit jaar mee te maken heeft, is ingrijpend maar noodzakelijk „in het algemeen belang”, laten brancheorganisaties van boeren en zuivelindustrie weten.

Ook op de website van vakblad Boerderij zijn de positieve reacties in de meerderheid. De uitspraak van het hof schept duidelijkheid en vergroot de kans op behoud van de zogeheten derogatie, stellen boeren die zelf niet in het geweer waren gekomen.

De boeren hebben een conflict met de staat. Waar gaat die zaak precies over?

Zo’n vijftig melkveehouders kwamen begin dit jaar via een kort geding in het geweer tegen de Regeling fosfaatreductieplan 2017. Deze regeling is door het voormalige ministerie van Economische Zaken in samenspraak met de georganiseerde melkveehouderij en de zuivelindustrie in het leven geroepen om de productie van dierlijke mest, gemeten in kilogrammen fosfaat, te verminderen. Het plan komt erop neer dat boeren die hun veestapel de laatste jaren hebben uitgebreid, deze weer moeten inkrimpen tot de omvang op 2 juli 2015 – het moment waarop toenmalig staatssecretaris Dijksma de uitbreiding van de melkveestapel een halt toeriep door de invoering van fosfaatrechten aan te kondigen. Bedrijven die niet grondgebonden zijn (meer koeien houden dan waarvan ze de mest op het eigen land kwijt kunnen) moeten 4 procent extra inkrimpen. Wie zich niet aan de regeling houdt, moet een heffing betalen die fors kan oplopen. De procederende veehouders vonden dat er voor hen een uitzondering moest gelden, bijvoorbeeld omdat zij in 2015 al financiële verplichtingen waren aangegaan voor de bouw van een nieuwe stal. De Haagse rechtbank gaf hun in mei gelijk. De staat stelde hoger beroep in. Het gerechtshof heeft dinsdag de uitspraak van de rechtbank vernietigd.

Zo’n vijftig boeren procedeerden, maar nu worden 3000 melkveehouders gedupeerd. Hoe zit dat?

Het eerste kort geding was door 51 boeren aangespannen. Later volgden er nog enkele rechtszaken waar honderden boeren aan meededen. De rechtbank bepaalde dat er ook voor hen een uitzondering moest gelden. Voorwaarde was wel dat een toets door een overheidsorgaan, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), zou uitwijzen dat de betrokken boeren voor 2 juli 2015 „onomkeerbare investeringen” waren aangegaan. Die route stond bovendien open voor melkveehouders die tot dan toe geen proces waren gestart. De afgelopen maanden hebben zo’n 3000 boeren zich bij de RVO voor de bewuste toets gemeld.

Waarom moet de Nederlandse melkveestapel eigenlijk inkrimpen?

Dat heeft alles te maken met Europese regelgeving om de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater veilig te stellen, de zogeheten nitraatrichtlijn. Die stelt grenzen aan de bemesting van landbouwgrond. Nederland heeft met Brussel afgesproken dat de productie van dierlijke mest, gemeten in kilogrammen fosfaat, onder een bepaald maximum blijft, het zogeheten fosfaatplafond. Veel Nederlandse melkveehouders zijn na de afschaffing van de melkquotering in april 2015 echter meer koeien gaan houden. Daardoor werd het fosfaatplafond overschreden. Nederland dreigt nu de zogeheten derogatie kwijt te raken.

Wat is dat, de derogatie?

Dat is een uitzonderingsbepaling op de nitraatrichtlijn die Nederlandse boeren toestaat meer mest op hun land uit te rijden dan hun collega’s in andere EU-landen. Als de derogatie verdwijnt, moet de melkveestapel nog veel sterker krimpen dan in het fosfaatreductieplan is voorzien.

Meer mest uitrijden; betekent dit dat Nederlandse boeren het milieu extra vervuilen?

Nee. Mest is geen afval, wat weleens wordt gedacht, maar een waardevolle bron van mineralen die planten nodig hebben om te kunnen groeien. De Nederlandse landbouw staat op een hoog peil: de grond is over het algemeen vruchtbaar, er is voldoende water beschikbaar, percelen zijn efficiënt ingericht en de boeren beschikken over de modernste technische hulpmiddelen. Daardoor ligt de potentiële opbrengst van de gewassen hoger dan in veel andere Europese landen. Oftewel: de gewassen groeien harder, en hebben dus ook meer voedingsstoffen nodig. Die halen ze uit mest – en trouwens ook uit kunstmest.

De uitspraak van dinsdag treft ook biologische boeren. Wat is hun probleem?

Zij stellen dat ze niet verantwoordelijk zijn voor het mestoverschot omdat zij niet meer koeien houden dan waarvan ze de mest op hun eigen land kunnen uitrijden. Maar het gerechtshof redeneert dat zij intussen wel bijdragen aan de landelijke mestproductie. Of de biologische boeren een aparte positie verdienen, is volgens het hof een vraag die de politiek moet beantwoorden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer