De oppositie diende de motie in omdat er volgens hen onvoldoende vertrouwen was dat Elfrink wil meewerken aan de verbetering van de verziekte bestuurscultuur in Arnhem. In een onafhankelijk rapport werd eerder deze maand vastgesteld dat in de Arnhemse politiek sprake is van „intimideren, beledigen en schofferen.” Raadsleden herkennen Elfrink in deze kwalificaties.

Tijdens een debat over het rapport maandagavond zei Elfrink dat hij de stad bestuurt „vanuit een enorme gedrevenheid. Het kan best zijn dat ik daardoor wel eens over iemands tenen ben gereden. Mensen vinden dat kennelijk geen prettige stijl en dan moeten we dat samen veranderen.” Burgemeester Ahmed Marcouch verbood raadsleden om de wethouder persoonlijk aan te vallen: „Het is hier geen raadsenquete, we worden niet persoonlijk.”

Elfrink maakte maandag duidelijk dat hij niet zou aftreden: „Er zijn maar weinig mensen die een politieke taak willen vervullen. Laten we zuinig zijn op degenen die dat wel doen.”

Arnhem heeft een minderheidscoalitie van D66, SP en CDA. Dat de motie van wantrouwen van de oppositie het niet haalde kwam doordat er enkele zieken waren, aldus de zes raadsfracties die de motie indienden.