Ridderkerk groeide dankzij scheepswerven
Van een dorp naar een stedelijke agglomeratie. Dat is de verandering die Ridderkerk na de Tweede Wereldoorlog doormaakte. De geschiedenis van het uit de kluiten gewassen dorp staat in een dik boek dat zaterdag wordt gepresenteerd.

Een boerendorp, zo typeren Dick de Winter (73), Marten Douma (75) en Johan Kruithof (57) het Ridderkerk van kort na de Tweede Wereldoorlog. Ze vormden de redactie van ”Ridderkerk na de Tweede Wereldoorlog. Ontwikkeling & verandering” (uitg. Stichting Oud Ridderkerk, 639 blz., € 25,00).
„Tegenwoordig wonen hier nog maar een paar agrariërs”, vat Douma, voorzitter van Stichting Oud Ridderkerk, de ontwikkelingen op agrarisch gebied samen. Die ommekeer heeft alles te maken met de stormachtige groei die het dorp doormaakte. „Destijds telde Ridderkerk hooguit 20.000 inwoners”, weet Kruithof. „Tegenwoordig 46.000.”
Om al die gezinnen te huisvesten, had Ridderkerk dringend landbouwgrond nodig. Dat ging ten koste van de akkerbouwers. Kruithof: „Tot die tijd gebruikten boeren de grond voor de teelt van spruiten, suikerbieten en graan.” Douma: „En je had hier tuinders.”
Immigranten
Als oorzaak van de ruimschootse verdubbeling van het inwoneraantal wijzen de drie eensgezind naar de grote scheepswerven waarmee Ridderkerk decennialang naam maakte. Deze groeiden na de Tweede Wereldoorlog stormachtig. De bekendste was scheepswerf Boele in het voormalige dijkdorpje Bolnes, tegenwoordig een wijk van Ridderkerk. Douma: „In haar hoogtijdagen had deze werf 1800 man rondlopen. Als je de gezinnen van die mannen meerekent, gaf Boele al snel 5000 mensen te eten.”
Andere grote werkverschaffers waren de werven De Groot & Van Vliet en Gusto en de firma W. Schram & Zonen. Maar ook de elektrofabriek Smit Slikkerveer (nu Brush HMA) mocht er zijn. Douma: „Die had op haar hoogtepunt zo’n 1200 mensen in dienst.”
In eerste instantie kwamen veel werknemers uit eigen land. Kruithof: „De bazen van de scheepswerven gingen in Groningen en Drenthe de cafés langs om personeel te werven.” Ook van Goeree-Overflakkee kwamen veel werknemers, maar die vestigden zich hier niet. Zij pendelden dagelijks met busjes van de scheepswerven heen en weer. Later kwamen immigranten zoals Antillianen, Molukkers en Spanjaarden in Ridderwerk werken en wonen.
Oliecrisis
De groei van Ridderkerk hield niet aan. Eind jaren 60 zakte de wereldeconomie in, stelt De Winter. Dit had zijn weerslag op de scheepsbouwindustrie. „Met de oliecrisis van 1973 zette de neergang verder door. In de jaren erna, tot circa 1990, ging de ene na de andere werf failliet.”
Het verdwijnen van de werven betekende een grote slag voor Ridderkerk. Douma: „Het bestaan van een groot deel van de bevolking stond op het spel.” De Winter: „De opkomst van de dienstensector bood uitkomst.”
Kort na de oorlog speelden de kerken een grote rol in het dorpsleven. Ook hierop vestigt het boek in een van de hoofdstukken de aandacht. Onder meer het jeugdwerk komt aan bod.
De Winter: „Na 1945 was er veel te doen over de zogenaamde asfaltjeugd. Die waren in de oorlogsjaren losgeslagen geraakt en moesten weer in het gareel komen.” Douma: „De vrouw van de gereformeerde predikant van Slikkerveer, Heuzeveldt, heeft hierin veel betekend. Zij verzamelde kinderen voor een middag waarin ze een Bijbelvertelling hoorden en daarna konden tekenen of handwerken.”
Veel jeugdverenigingen zijn verwaterd, weet De Winter: „Alleen orthodoxe kerken, zo als de hervormde Singelkerk en de Bethelkerk van de gereformeerde gemeente, hebben nog altijd hun eigen jeugdwerk.”
Een belangrijke rol bij de secularisatie speelde Jaap van der Graaf, de man bij wie christenouders hun kinderen het liefst vandaan hielden. De Winter spreekt in positieve zin over hem: „Hij voelde de tijdgeest goed aan. Van der Graaf doorzag dat de jeugd de beschikking over geld kreeg en speelde hierop in met zijn dansschool en zijn platenwinkel. Hij is inmiddels overleden, maar bijna elke Ridderkerker kent hem nog.”
Bijzondere scholen
Kerkelijk meelevende christenen vormen nog steeds een grote populatie in Ridderkerk; krap een derde van de bevolking, schat Kruithof.
Bijzondere scholen in Ridderkerk tellen meer leerlingen dan de openbare scholen. Kruithof: „Ook veel onkerkelijke ouders schrijven hun kinderen op die scholen in. Blijkbaar verwachten ze dat die scholen degelijker onderwijs geven.”
Het boek zwijgt over de plaatselijke politiek. Toch hebben Kruithof en Douma hier wat over te melden. „De SGP was in Ridderkerk altijd een grote partij, maar stond tientallen jaren aan de zijlijn. Het CDA en de PvdA vormden machtsblokken. De SGP neemt nu echter al voor de tweede keer deel aan de coalitie. Opmerkelijk voor deze tijd. Deze partij is stabiel gebleven, terwijl de andere partijen versnipperden.”