Oorlogsroman Remarque: op de vlucht voor de nazi’s
De Duitse schrijver Erich Maria Remarque (1898-1970) werd in 1929, tien jaar na de Eerste Wereldoorlog, wereldberoemd met zijn roman ”Im Westen nichts Neues”.
De roman eindigt met de dood van soldaat Paul Bäumer. De laatste zin is een legercommuniqué en luidt in Nederlandse vertaling: „Van het westelijk front geen nieuws.” Onder deze ironische titel kwam de roman in het Nederlands uit.
Remarque was van hugenotenafkomst. Zijn verduitste naam Remark verving hij als schrijver voor het oorspronkelijke Remarque. In zijn beroemde roman verheerlijkt Remarque de oorlog allerminst. Hij laat juist de ellende en de zinloosheid van de gevechten in de loopgraven zien.
De nationaalsocialisten vonden deze roman een belediging van de Duitse soldaat. In 1933 belandden Remarques boeken op de brandstapel. De schrijver verbleef toen al in Zwitserland; in 1939 emigreerde hij naar de Verenigde Staten. Na 1945 keerde hij terug naar Europa en bleef tot aan zijn overlijden in 1970 in Zwitserland wonen.
Het verlies van menselijke vrijheid en de afhankelijkheid van persoonsbewijzen, passen, visa en verblijfsvergunningen staan in Remarques literaire werk in het middelpunt. Samen met de gevolgen van permanente spanning voor het vertrouwen in de medemens, voor de liefde tussen man en vrouw en voor het geloof in God zijn dit de grote thema’s van alle romans en toneelstukken die hij schreef. Van Hitlers Derde Rijk kwam hij zijn hele leven niet meer los.
Het beeld dat hij gaf van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog en van de wreedheden van het nationaalsocialisme heeft grote gevolgen gehad voor het optreden van de Amerikanen in Europa.
In 1962 verscheen Remarques ”Die Nacht von Lissabon”. Deze roman kwam onlangs in Nederlandse vertaling uit.
De verteller in de roman is in 1942 met zijn vrouw op de vlucht voor de nazi’s. Ze hebben geen visum voor de Verenigde Staten en evenmin het geld om een ticket voor het aan de kade in Lissabon liggende schip naar New York te kopen. Terwijl de wanhopige verteller op de kade loopt te ijsberen, spreekt een vreemde hem aan.
Deze vreemdeling, die de naam Josef Schwarz draagt, zegt hem twee paspoorten met visa voor de VS en twee tickets toe als de wanhopige slenteraar bereid is om gedurende de nacht naar zijn levensverhaal te luisteren.
Het relaas van de zich met de naam Josef Schwarz tooiende man is de voornaamste inhoud van de roman. Schwarz is niet zijn echte naam. Hij kreeg die van een stervende, door de nazi’s vervolgde kunsthandelaar. Op zijn beurt geeft hij de naam door aan de verteller van de roman.
Hij vertelt hem dat hij door de nazi’s werd gemarteld en dat hij eind jaren dertig uit het Duitse Rijk is weggevlucht. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog keerde hij in 1939 terug naar Osnabrück om zijn vrouw Helen nog één keer te zien. Vervolgens kwam hij met zijn vrouw via Zwitserland, Frankrijk en Spanje in Portugal terecht – om uiteindelijk toch af te zien van de overtocht per schip naar New York.
Het verhaal van de pseudo-Josef Schwarz is buitengewoon boeiend en aangrijpend, soms echter te routineus geschreven en hier en daar te sentimenteel. Hoewel de nagestreefde diepzinnigheid in de gesprekken tussen verteller en Schwarz niet helemaal uit de verf komt en het gesprek over God clichématig aandoet en er enkele schokkende scènes in voorkomen, is deze roman onvergetelijk. Ook jongere lezers uit de hoogste klassen van de middelbare school kunnen veel aan deze roman hebben.
Boekgegevens
De nacht in Lissabon, Erich Maria Remarque, vert. Frédérique van Schouwen, nawoord Christoph Buchwald; uitg. Cossee, Amsterdam, 2017; ISBN 9789059367128; 256 blz.; € 22,99.