Minister Hennis begint haar beantwoording. „Het zijn gitzwarte dagen, voor de nabestaanden, voor iedereen die zich betrokken voelt”, stelt zij. Steeds vraag zij zich af: „Wat had ik kunnen doen om deze drama’s te voorkomen?” Zij is verantwoordelijk, stelt zij, en daarom verantwoordt zij zich „hier, nu in de Kamer”. Zij wil niets afdoen aan het OVV-rapport, maar wil de conclusies wel plaatsen „in hun context van menselijk handelen op dat moment”.

„Niemand bij defensie wil willens en wetens met veiligheid marchanderen”, aldus Hennis. Volgens haar is het „een systeemfout” dat als bepaalde munitie eenmaal is toegelaten er geen extra toetsen meer zijn op de veiligheid ervan. De munitie die in Mali werd gebruikt, was „geen restantje uit Afghanistan”.

Hennis gaat gedetailleerd in op de toegestane bewaartemperatuur van de munitie, in het bijzonder mortiergranaten, op de inspectie van munitie en op de logistiek ervan. Zij stelt vast dat er op dit terrein „onjuist en te laat is geacteerd”. En dat „risico’s te weinig zijn onderkend en afgewogen”.

Op dit moment worden in alle missiegebieden extra controles uitgevoerd op munitie en medische zorg, aldus de minister. „Ik heb een operationele pauze gelast.”

Karabulut (SP): „Was uw eerste reactie niet een ‘politiek vluggertje’?”

Hennis: „Ik heb inderdaad op knullige wijze een eerste reactie gegeven op het rapport.”

Knops (CDA): „Was de operationele pauze niet vooral voor de bühne? U deed dit erg laat.”

Hennis: „Ik greep na het zien van het conceptrapport al meteen in in Mali. Na presentatie van het echte rapport heb ik actie ondernomen in alle missiegebieden.”

Belhay (D66) hakt er flink op in door Hennis eveneens scherp te verwijten dat zij drie maanden geleden al niet een operationele pauze inlaste voor álle missiegebieden.