Zoete groente van zoute grond
Op Texel worden aardappel- en groentesoorten geselecteerd die gedijen op zoute grond. Salt Farm Texel biedt daarmee een oplossing voor de groeiende verzilting van landbouwgronden en helpt boeren in arme gebieden. De belangstelling is groot. Pakistan en Bangladesh oogstten al de eerste zilte producten. India en Ghana volgen.
Het regent niet zo vaak op Texel, maar deze dag vormt een uitzondering. Het klettert onophoudelijk; tientallen millimeters achter elkaar. Het hemelwater vormt plassen in geulen van de proeftuin van Salt Farm Texel, even buiten het dorpje Den Hoorn aan de rand van de Waddenzee. Lange rijen met onder meer aardappels, uien, kool, zeekool, knoflook, bieten, aardbeien en tomaten vullen de akker. Het stuk grond telt nauwelijks een hectare. Alle planten krijgen dagelijks een portie zoet of zout water via een druppelsysteem. Robin Konijn, financieel directeur van de proefboerderij, maakt zich geen zorgen over het spoeleffect van de vele liters zoet water die naar beneden komen. „Dat verstoort het proces niet.”
Het proces: dat is het jarenlang volgen en meten van het kiemen en groeien van pootgoed en zaadjes. Ze worden via twee waterbuizen gevoed. Eentje staat in verbinding met een naburig regenbassin en de andere met zeewater dat onder de dijk doorkruipt naar een natuurgebied. Een waterpomp mengt het water in zeven zoutgradaties. Om toeval uit te sluiten, wordt op 56 percelen de druppelsgewijze toediening van verschillende zoutconcentraties acht keer herhaald. Sommige gewassen gedijen prima, andere hebben het zichtbaar moeilijk. Er zijn op de akker ook kale plekken zichtbaar. „De planten vertellen zelf hun verhaal. Zo wordt duidelijk welke soorten resistent zijn tegen zoutconcentratie. Vermoedelijk hebben die voorouders gehad die met zilte grond te maken hadden.”
Smaakpanel
Aan de rand van het proefveld zijn twee cabines neergezet. Het zijn overblijfselen van de Afghanistanmissie van de Nederlandse strijdkrachten. Een van de lage vierkante hokken is ingericht als zenuwcentrum. Achter de stalen deuren gaan een bureau en enkele computers schuil. Ook de computergestuurde waterpomp is in de cabine ondergebracht. Het vormt het resultaat van jarenlang pionieren. Een techneut uit het dorp heeft het in camouflagekleuren geschilderde geval aangepast, een ict’er uit de maritieme wereld, ook woonachtig in het dorp, stelde de speciale software voor de meetresultaten samen.
Salt Farm Texel is sinds kort gevestigd in een oude boerderij in Den Hoorn. Eerder werd er van verschillende locaties gebruikgemaakt. „We hebben nu de kantoor- en de veldploeg weer bij elkaar”, zegt Konijn tevreden. Hij stapte in 2014 van de accountancy over naar het openluchtlaboratorium. Zijn collega en oprichter Marc van Rijsselberghe was jarenlang op het eiland actief als biologisch-dynamische boer. Samen zijn ze nu eigenaar van de onderneming met circa twintig werknemers.
Bij het telen van onder meer lamsoor, strandbiet en zeekool kwam Van Rijsselberghe regelmatig in aanraking met de wetenschap. Hij signaleerde belangstelling voor op zilte grond geteelde aardappels en begon Salt Farm Texel. De boer liet zijn aardappels testen door een smaakpanel van Wageningen University. Met succes. „In zout geteelde groenten en aardappels zijn zoeter en voller. Sommige planten blijken ook meer suikers aan te maken.”
Snelle verdamping
Drie jaar geleden gingen de eerste buitenlandse boeren voor Salt Farm Texel aan de slag. Dat was in Pakistan. Het sturen van pootgoed was geen onverdeeld succes. „Een aantal boeren had de soorten door elkaar gehaald, ondanks de instructies. Op de foto’s zagen we dat de grond wit zag van het zout. Er werd met brak rivierwater geïrrigeerd, in grote hoeveelheden. Bij de snelle verdamping bleef het zout liggen. Daarom is druppelen veel beter, maar dat is in die landen niet eenvoudig. Met andere technieken kan het ook, maar die moet je wel aanleren. Bovendien was het in veel gevallen niet mogelijk het zoutgehalte te meten. Daarvoor hebben we nu een toolkit ontworpen.”
Daarna ging het beter. De eerste resultaten in Pakistan zijn binnen en ogen veelbelovend. „We hebben zeker 50 procent meer opbrengst dan voorheen. Ook is er een besparing van 50 procent aan zoetwater.” Met de meeropbrengst toont Konijn zich buitengewoon tevreden. „Het gaat niet om opbrengsten zoals wij gewend zijn.”
In Bangladesh is nu een nieuw project opgestart. „Daar wordt in de kustregio in de zomer rijst geteeld, maar in de winter leverden de velden vaak nauwelijks iets op. Dan is een redelijke oogst al een grote stap voorwaarts, zeker in arme gebieden. Dat is onze drive. We willen kleine boeren helpen en de honger de wereld uithelpen.”
Ideale locatie
Binnen toont Konijn op een scherm een wereldkaart met de vele probleemgebieden. Texel is daarop niet roodgekleurd, maar de omstandigheden achter de dijk aan het wad maken de plek wel tot een ideale locatie om de zilte omstandigheden te testen.
Het onderzoek is vooral gericht op het gebruik van brak water. „Bij heel hoge zoutconcentraties werkt het niet.” Dat is niet erg, want er is wereldwijd zeker 300 miljoen hectare beschikbaar waar de methode van de Texelse proefboerderij zoals het er nu uitziet wel succesvol kan worden toegepast.
Er zijn nog tal van vervolgstappen nodig. „Nu gebruiken we bijvoorbeeld voor het kiemen nog zoet water. Een mogelijkheid is wellicht om een beschermende coating aan te brengen. We spreken daarover met een gespecialiseerde partner.”
Met veredelen kunnen er nog meer resultaten worden bereikt. „Maar dat hoort bij gespecialiseerde bedrijven thuis. Bovendien zijn dat lange processen die vaak een jaar of tien in beslag nemen.”
De belangrijkste resultaten van het meerjarige onderzoek zijn gebundeld in een rapport dat dit voorjaar aan staatssecretaris Van Dam werd overhandigd. Hij was onder de indruk en beloofde een financiële bijdrage in het kader van de landbouwinnovaties. „We pakken het zo veel mogelijk wetenschappelijk aan. Op één punt wijken we af: we gaan niet proberen te verklaren waarom de ene soort het beter doet dan de andere. Dat zou te veel tijd vergen. We willen stappen vooruit maken.”
Gepantserde BMW’s
Het trainen van de mensen gaat beter sinds Salt Farm Texel samenwerkt met ontwikkelingsorganisatie ICCO. Dat gaf de aanzet tot het project in Bangladesh. Sinds dat bekend werd, mag Salt Farm Texel zich in een wereldwijde belangstelling verheugen. Konijn: „Koning Willem-Alexander is hier al eens op bezoek geweest, maar na een persbericht over het project in Pakistan kwam de media-aandacht echt deze kant op. Het nieuws bereikte de Engelse krant The Guardian, die een journalist stuurde. Daarna volgden al spoedig Al-Jazeera en NBC News. We kregen mails en aanvragen uit de gehele wereld.”
Het Texelse proefveldje wordt volgens hem door sommigen gezien als een „wereldwonder.” Met pretlichtjes in zijn ogen: „Op een gegeven moment hoorde ik dat de ambassadeur van Bangladesh op bezoek wilde komen. Komt er hier een geblindeerde Audi met vier lijfwachten voorrijden, gevolgd door drie gepantserde BMW’s. Bleek later dat de ambassadeur werd vergezeld door de minister van Buitenlandse Zaken van Bangladesh. Er stond een motorescorte klaar in Den Helder.”
Abu Dhabi
Ondanks de grote belangstelling heeft Konijn moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Voor een groot deel van de inkomsten was de boerderij de afgelopen jaren afhankelijk van fondsen en projectgelden. Daarnaast wordt de missie van het bedrijf gesteund door een foundation. Begin dit jaar was er een gift van het PostcodeLoterijfonds van 2 miljoen euro voor het project in Bangladesh. De verzilting slaat daar hard toe door overstromingen vanuit zee en doordat rivieren buiten hun oevers treden. Deze winter start er een proef met circa 5000 boeren in het zuiden van het deltagebied van dit land. Het is de bedoeling er een veldje als proefgebied in te richten. „Dat heeft te maken met het verschil in klimaat. Het is daar veel warmer en de resultaten hier bieden dus niet altijd harde garanties.”
Wanneer de vraag naar pootgoed en zaden sterk gaat groeien, wordt de levering ervan uitbesteed. „Wij zijn geen handelshuis en willen dat niet worden. Grootschalige vraag zou natuurlijk wel geld opleveren.” Ook met het verkopen van kennis wil Salt Farm Texel het hoofd boven water houden. Te denken valt dan aan landen als Australië, die geen voedselprobleem hebben, maar waar de verzilting wel toeslaat.
En rijke landen in het Midden-Oosten? Uit Abu Dhabi werd een afvaardiging van Salt Farm met de nodige egards ontvangen en een week lang rondgeleid. Konijn glimlacht. „We hebben voorstellen gemaakt, maar nooit meer iets gehoord. In die wereld schermen ze wel met geld, maar gaan ze vooralsnog voor de status.”
Om werkterrein zit de proefboerderij niet verlegen. Eerder kwam Salt Farm Texel via een bijeenkomst over ”impactinvesteren” in het Vaticaan al in aanraking met Ghana. Daar wordt nu een project voorbereid. „Met enkele andere partijen hopen we de komende tijd eveneens in India aan de slag te gaan. Opgeteld met Pakistan en Bangladesh hebben we het over bijna 2 miljard mensen die geholpen kunnen worden.”
Stijging zeespiegel
Van al het beschikbare water is 98 procent zout. Van de resterende 2 procent zoet water is de helft beschikbaar voor de mens. Daarvan wordt 70 procent gebruikt voor de landbouw. Nu al is er sprake van tekorten en die zullen verder toenemen, want de zoetwatervraag zal in 2050 naar verwachting met 55 procent zijn gestegen ten opzichte van de huidige situatie.
Veel landbouwgronden hebben te maken met verzilting. Dat komt door overirrigatie en het gebruik van brak water. Een belangrijke aanjager is de stijging van de zeespiegel. Op dit moment is 40 procent van de landbouwgronden verzilt of dreigt dat te worden. Iedere dag komt er 2000 hectare verzilte grond bij. Grofweg speelt de verziltingsproblematiek in vrijwel alle gebieden rond de evenaar.
Verzilting komt ook in Nederland voor, bijvoorbeeld in kustgebieden. Het probleem is niet vergelijkbaar met de toename van het zoutgehalte in de gronden op van tal van zuidelijke landen. Hier wordt het meeste zout in de zomermaanden met zoet regenwater weggespoeld.