Open Doors wil niet zwijgen over dagelijkse vervolging
Een bidstond in India die verstoord werd door radicale hindoes. Islamitische Staat die een christelijke vrouw vrijliet in Noordwest-Irak. Een rechtszaak om een koptisch kerkgebouw in Egypte. Het leek de afgelopen weken wel erg vaak raak als het ging om ‘christenvervolgingnieuws’. Klaas Muurling van stichting Open Doors legt de achtergronden uit.
Muurling is bij stichting Open Doors met nog een collega verantwoordelijk voor alle communicatie naar de media. De Nederlander Anne van der Bijl richtte in 1955 de stichting op, die zich wereldwijd inzet voor christenvervolging.
Open Doors heeft enkele momenten per jaar dat er vaak groter nieuws te melden is, zoals de Ranglijst Christenvervolging in januari, de Nacht van Gebed in juni en natuurlijk de landelijke Open Doorsdag in het najaar.
Maar bijna dagelijks ontvangt de Nederlandse afdeling berichten uit landen waaruit blijkt dat christenen vervolgd en onderdrukt worden, aldus Muurling. „Je schrikt van wat je allemaal leest. Heel veel daarvan houden we intern of we maken er berichten van die in ons Open Doors Magazine komen, dat eens in de twee maanden verschijnt.”
Maar is dat eigenlijk wel logisch? zo vroeg Muurling zich af. De vervolgde kerk is er hier en nú. Dat leidde ertoe dat hij namens de afdeling communicatie de afgelopen twee weken bijna dagelijks een bericht deed uitgaan. „Ik laat het aan de redacties over wat ze eruit filteren dat voor hen interessant kan zijn. En we begrepen ook wel dat ze niet alles gingen plaatsen.”
Al deze berichten leidden in ieder geval wel tot wat vragen aan Open Doors. Was er sprake van nieuw beleid? „Nee, nog niet”, zo zegt Muurling, maar het is er wel een opstap naar. „Volgend jaar willen we als communicatieafdeling in ieder geval zeventig persberichten versturen.” Omgerekend is dat er minimaal één per week, en soms dus meer.
Muurling meent dat er gedoseerd moet worden, maar vindt ook dat er genoeg aanleiding is om vaak informatie naar buiten te brengen. „We kunnen op deze manier met regelmaat nieuwsberichten verversen op onze website. Onze achterban volgt het ook op de voet.”
Tendens
Open Doors ziet daarnaast dat er in het algemeen nog niet heel regulier over christenvervolging wordt geschreven in de media. Als het al gebeurt, worden de tendensen die er zijn dikwijls gemist.
Het bericht dat zeven Sudanese kerkleiders werden gearresteerd en een dag later weer vrijgelaten, leek bijvoorbeeld non-nieuws. „Maar niet als je de achtergronden kent en weet dat de kerk in Sudan steeds meer in het nauw komt. Er worden comités opgericht door de regering die de zeggenschap in kerken aan het overnemen zijn. Feitelijk worden de kerken monddood gemaakt.”
Het oppakken van de zeven kerkleiders past in het beeld van toenemende repressie. „En zij weten ook: we zijn vrij, maar dit krijgt nog een staartje.”
Bomgordel
Ook over een ander land in Afrika werd recent de noodklok geluid: Kameroen. Daar zet Boko Haram opnieuw kinderen in voor zelfmoordaanslagen. „Dat is zo verschrikkelijk dat je het eigenlijk niet kunt geloven. Kinderen die gehersenspoeld zijn, een bomgordel omkrijgen en zo anderen, zelfs kinderen, de dood injagen…” Op 6 augustus pleegde een kindstrijder van Boko Haram in Amchide een zelfmoordaanslag op acht spelende kinderen.
De inzet van kindstrijders is niet nieuw. Unicef meldde dat Boko Haram dit jaar in Noord-Nigeria al vier keer zo veel kinderen heeft ingezet voor zelfmoordaanslagen als vorig jaar. Toen waren dat er negentien. Muurling ziet dat het in Kameroen en Nigeria de laatste maanden weer helemaal misgaat met aanslagen op christenen. „Boko Haram is nog lang niet verslagen.”
Opgeteld zijn er zo’n 215 miljoen christenen die wonen in landen waar het voor hen niet altijd veilig is. Dat zijn cijfers die Open Doors onder meer in haar jaarverslag publiceerde. De individuele verhalen maken echter dat de vervolgde kerk een gezicht krijgt. Daarom is het vaak ook zeer gedetailleerd wat Open Doors naar buiten brengt. „Het zou me pijn doen als er gezegd wordt: „Dat moet je niet zo meer zo vaak doen. We weten het nu wel.””
Bewustwording
Muurling legt uit dat Open Doors eigenlijk af wil van het spreken van de ”vervolgde kerk” in tegenstelling tot de ”vrije kerk”. „We zijn één kerk, één lichaam van Christus, en als één lid lijdt, lijdt de hele kerk. Die bewustwording vinden wij belangrijk, omdat zo duidelijk is dat we het niet hebben over iets wat dáár, duizenden kilometers verderop, gebeurt, maar dat we zelf deel uitmaken van dezelfde wereldgemeenschap van christenen. Wij willen en kunnen dus niet zwijgen over wat wij horen.”
Dat er wordt meegeleefd, blijkt in ieder geval wel uit hoe Open Doors in Nederland gevolgd en gesteund wordt. Vorig jaar werd er 11 miljoen euro aan giften overgemaakt. Voor dit jaar wordt er 12,4 miljoen euro verwacht.
Voor de landelijke Open Doorsdag in november in de Jaarbeurs hebben zich al duizend mensen aangemeld. Er wordt gerekend op 10.000 bezoekers, die onder anderen naar sprekers uit Kenia en Syrië zullen luisteren.
Training en traumazorg voor miljoen christenen
Wereldwijd verspreidde Open Doors vorig jaar 2,5 miljoen Bijbels en boeken en werden er 1 miljoen christenen getraind. Deze gelovigen kregen weerbaarheidstrainingen, traumazorg, alfabetiseringles en training over gezin en leiderschap. Bijna 880.000 mensen kregen praktische hulp. De focus van het veldwerk ligt vooral op steun aan christenen met een moslimachtergrond, versterking van de kerk in het Midden-Oosten, bouwen aan een weerbare kerk in Afrika beneden de Sahara en oog hebben voor vervolging vanuit andere religies dan de islam. Open Doors werkt in zo’n vijftig landen. De stichting betrekt westerse christenen bij de vervolgde kerk.