De laatste gang: van boerderij naar etensbord
Leuke beelden zijn het niet, foto’s uit een abbatoir. Maar dit is wel de realiteit achter het stukje vlees op het bord van de consument. Gelukkig voorkomt een goede slachter dat een dier onnodig lijdt.
Het is de gang die alle boerderijdieren een keer maken, als ze althans niet vroegtijdig aan een ziekte doodgaan: naar de slachterij. Ieder die geen vegetariër is, profiteert ervan. Het stukje kipfilet, de karbonade of de biefstuk bij het diner, de balletjes in de soep, de frikadel in de friteskraam en zelfs de gelatine in de zondagse pudding, het is allemaal afkomstig van geslachte dieren.
Sommige boerderijdieren hebben een kort leven. Neem vleeskuikens. Die worden niet ouder dan zes tot acht weken. Dan zijn ze op gewicht, zoals dat heet. Legkippen leven pakweg anderhalf jaar. Soms besluit de boer om zijn hennen te laten ruien en een extra ”ronde” eieren te laten leggen. Dan worden ze wat ouder.
Vleesvarkens groeien in een half jaar tot ze een ”slachtrijp” gewicht hebben van pakweg 100 kilo. Zeugen, de moederdieren, leven drie tot vier jaar op de boerderij. Als de dieren ouder worden, krijgen ze minder biggetjes en doet de boer ze van de hand.
Die ijzeren wet van de economische efficiëntie bepaalt ook de levensduur van de melkkoe. Na vier lactaties –zo heet de periode waarin de koe melk geeft, na de geboorte van een kalf– wordt de productie meestal te laag of is de koe minder vruchtbaar. Het dier is dan ongeveer zes jaar oud en gaat naar de slachterij. De meeste kalveren gaan de moeder voor: die worden, afhankelijk van de markt waarvoor het vlees bestemd is, gemest tot een leeftijd variërend van 6 tot 14 maanden.
De tijd dat slagers zelf dieren slachtten, is allang voorbij. Een enkeling doet het nog, maar de eisen met betrekking tot onder meer inrichting en dierenwelzijn zijn zo streng dat het meestal niet loont. En dus vinden vrijwel alle dieren hun einde in een grote slachterij. Dierenartsen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zien er daar op toe dat het slachten volgens de regels gebeurt.
Gert van den Bosch over de foto’s
„Vaak ga ik een tweede keer langs bij een bedrijf waar ik foto’s maak. Het is belangrijk om een goed beeld te hebben van wat er gebeurt. Bij deze slachterij ben ik drie keer geweest. Op een foto scherpt de slachter zijn mes, op een andere stroopt hij de huid van een koe, op de derde snijdt hij organen weg. Via Facebook komen er kwade reacties op zulke foto’s. Mensen die dit werk doen krijgen de vreselijkste dingen naar hun hoofd. Ik heb koffie gedronken en een boterham gegeten met die mannen: ze zijn aardig. En ze zijn ervaren in wat ze doen. Ik vond het niet schokkend om daar te zijn. De dieren worden bij de slacht op twee manieren gedood: met een pen in de kop, of halal, waarbij de keel wordt doorgesneden. Het gaat zo snel; een fractie van een seconde en het dier valt neer.”
zomerserie Rondom de boerderij
Fotograaf Gert van den Bosch is geboeid door het leven en werken op en rondom boerderijen. In deze serie een selectie uit zijn collectie. Vandaag deel 4: de slachterij.