Wordt Colijnsplaat de bakermat van de rubberteelt?
Kan de Russische paardenbloem het dreigende tekort aan natuurrubber verhelpen? Bij het Zeeuwse Colijnsplaat zoeken ze het uit. Proefboerderij Rusthoeve teelt deze paardenbloem, die boordevol rubber zit, en hoopt op een opbrengst van 1000 kilo per hectare.
Er dreigt een wereldwijd tekort aan natuurrubber. Met de groei van de wereldbevolking neemt ook de vraag ernaar toe. De meeste rubberplantages zijn te vinden in Zuidoost-Azië. Maar hun toekomst is onzeker.
Omdat schimmels de rubberbomen bedreigen en omdat Europa graag ook zijn eigen rubber produceert, is een Europees project gestart om rubber aan de Russische paardenbloem te onttrekken. Het was al bekend dat er in de wortel van deze wilde bloem rubber zit. Telers en industrie hebben nu de handen ineengeslagen om te kijken of in Europa grootschalige natuurrubberteelt haalbaar is. In tegenstelling tot de tropische rubberboom kan de Russische paardenbloem namelijk ongehinderd groeien in onze streken.
Experiment
De EU steunt het experiment. Op drie plekken –Nederland, Vlaanderen en Kazachstan– wordt de Russische paardenbloem onder toezicht geteeld om te bezien wat deze aan rubber kan opleveren. Ook zaadveredelingsbedrijf Keygene is bij de proef betrokken, vertelt secretaris-directeur Charlotte van Sluijs van proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat.
Colijnsplaat is een van de drie plekken waar de bloem experimenteel wordt ingeplant. „Door veredeling kan uit de Russische paardenbloem wellicht een nog hoger gehalte aan rubber worden verkregen”, vertelt Van Sluijs.
Op een akker van bijna 2 hectare van Rusthoeve inspecteert zij de zojuist geplante paardenbloemen. Even verderop op het perceel is het planten nog in volle gang. Met behulp van een omgebouwde slaplanter stopt een groepje mannen de plantjes in de grond.
Van Sluijs: „Er zijn nog onzekerheden, maar we zijn optimistisch. We hebben veel steun aan loonbedrijf Knuijt uit Heinkenszand. Dit project wordt gesubsidieerd door de EU en de projectpartners, maar dankzij de loonwerkers kunnen we het ook daadwerkelijk uitvoeren.”
Niet alleen moest de slaplanter worden aangepast, zodat de plantjes na het planten stevig in de grond blijven zitten, ook wordt nog bezien hoe de plantjes straks geoogst worden. „Ze hebben lange, dunne wortels die wel 20 centimeter kunnen worden. Ze lostrekken uit de stevige klei zonder de wortel kapot te maken is lastig.”
Het project staat onder leiding van Wageningen University & Research. Het was aanvankelijk een beetje een zoektocht, aldus Van Sluijs. „Het zaaien lukte eerst niet, de plantjes kwamen niet op. Het zijn natuurlijk planten uit een ander land met een ander klimaat. Het opkomstpercentage was in het begin 5 procent terwijl het 90 moest zijn. Aangezien de proef een rendabele teelt moet opleveren die past in de gangbare agrarische bedrijfsvoering moet je deze paardenbloem zo normaal mogelijk kunnen telen. Door zaadje voor zaadje met de hand in potjes te doen ontdekten we steeds meer over het groeigedrag. Zo weten we nu dat je het zaad oppervlakkig moet inzaaien en dat het kort daarop flink beregend moet worden. Dan komen de plantjes snel op. Het zaadveredelingsbedrijf kan de kwaliteit van de zaadjes nog verder verbeteren. Ook op dat punt is er nog veel te winnen.”
Industrie
Vanuit de industrie wordt het proefproject met belangstelling gevolgd. Meerdere afnemers van rubber doen daadwerkelijk mee, waaronder autobandenfabriek Apollo Tyres. De plantjes op de akker bij Colijnsplaat zijn de tweede lichting, ze worden in juni 2018 geoogst. De eerste lichting, die vorig jaar werd geplant, wordt dit najaar geoogst. Ze staan vlak bij de akker waar nu wordt gewerkt, beschut door een binnendijk. Om de wortels de ruimte te geven groeien de plantjes op ruggen van klei.
„Als er door deze proef meer gebieden in de wereld ontstaan waar rubber kan worden gewonnen, krijgen we een stabielere aanvoer”, vertelt Van Sluijs. „En dichter bij huis kunnen onze akkerbouwers voor hun bedrijfsvoering straks uit meer gewassen kiezen.”