Column (ds. J. Belder): Moetelogie
Steeds meer jongeren raken opgebrand. Metro, de gratis krant voor onderweg, besteedde er recent een week lang aandacht aan. Eerder schreef de Vlaamse psychiater De Wachter al dat we in een ADHD-samenleving zijn beland. Hyperactieve neuroten zijn we geworden.
Dat sop gieten we ook uit over onze kinderen. Noem hen gerust de prestatiegeneratie. Je moet jezelf vooral heel bijzonder vinden, ”aangeleerde geldingsdrang” heet dat. Veel ouders hebben unieke prinsjes en prinsesjes. Maar die stakkers zuchten ondertussen om het hardst onder de maakbaarheidswaan waarmee ze van alle kant worden belaagd. Nog maar nauwelijks uit de luiers, starten ze hun race naar de top via de lange, continue toetsweg. Levenslang beoordeeld en gecoacht worden en van de ene uitdaging naar de andere gejaagd worden. Dat het aantal jongeren dat op apegapen ligt gestadig groeit zij dan maar zo.
Onderzoekers schetsen in ”Studenten en stille pijn” (2011) een triest beeld. Een kwart van de ruim 3000 geënquêteerden kampte met ernstige vermoeidheidsproblemen en psychische klachten: depressie, faalangst. In het hbo stopt 35 procent na het eerste jaar; aan de universiteit een kwart. Welkom in het land der uitgeblusten.
De liberale overheid heeft slechts oog voor de economische waarde van het individu. Er wordt geïnvesteerd en aangemoedigd om te studeren en te blijven studeren. Het gaat om maximaal rendement voor de kenniseconomie. Handwerk is kennelijk voor de dommen. Dat negatieve imago leidde tot een schrijnend tekort aan lui die op ambachtelijke wijze iets scheppen, terwijl het land stilaan bezwijkt onder een doctorandussenplaag. Hoeveel jongeren zouden niet beter uit de verf komen en gelukkiger zijn als elektricien, timmerman of metaalbewerker?
Ongemotiveerd naar universiteit of hbo gaan is vragen om problemen. Wat zal ik eens gaan studeren? Wie switcht, afhaakt of op achterstand raakt, wordt getrakteerd op forse financiële consequenties. Leerjongeren zijn leenjongeren die vooral in zichzelf moeten investeren, aldus de welwillende leenmannen.
Valt die tirannieke prestatiedwang het calvinisme aan te rekenen, zoals enkele seculiere wetenschappers, vaak gefrustreerde ex-kerkleden, graag beweren? Het is juist het ontkerstende leven dat niet van ophouden weet. Begrijpelijk als je identiteit afhangt van je prestaties. En daar zit dan weer angst achter. Angst om niet mee te tellen bij de mensen. Dus zijn we slaven die altijd moeten presteren. Wie zich niet door God bevrijd weet, legt het af tegen de dwingelandij van de ”moetelogie”. Binnen en buiten de kerk. Het is ten diepste armetierige compensatiezucht.