EU moet er duidelijk over zijn dat Turkije geen lid kan worden van Unie
Ineens was de zomer van 2016 een zomer vol gruwelijke incidenten. Op de avond van 14 juli 2016, een nationale feestdag in Frankrijk, reed een terrorist met een vrachtwagen in op publiek op de boulevard van de Zuid-Franse stad Nice. Er kwamen zeker tachtig mensen om het leven. De wereld was in shock.
Eén dag later slechts, op 15 juli in de avond, was er opnieuw een gebeurtenis die de wereld schokte. Militairen pleegden een staatsgreep in Turkije. De beelden die de wereld overgingen, waren schokkend. De staatsgreep mislukte en een dag later al kwam de Turkse president Erdogan als grote overwinnaar uit de bus. Wat volgde waren maanden van repressie door het regime van Erdogan. Duizenden tegenstanders in alle geledingen van de maatschappij werden opgepakt en gevangengezet. Militairen, rechters en journalisten: het regime van de president begon een grote schoonmaak. Natuurlijk onder het voorwendsel dat de schuldigen gestraft moesten worden en de democratie gered moest worden.
Vooral dat laatste riep grote vragen op. Sinds de mislukte coup glijdt Turkije langzaam maar zeker af tot een land waar angst de plaats heeft ingenomen van vrijheid. De president regeert met ijzeren hand en duldt geen enkele tegenspraak. En zijn bevoegdheden worden, door een referendum dat hij nipt won, in de nabije toekomst nog verder uitgebreid.
Overigens: het feit dat Erdogan het referendum over uitbreiding van zijn bevoegdheden maar met een kleine meerderheid won, maakt duidelijk dat de tegenstand tegen hem en zijn bewind ook in Turkije is gegroeid. Net na de coup verenigde het Turkse volk zich achter de leider, maar inmiddels lijkt de weerstand tegen hem toe te nemen. Een massale demonstratie van de oppositie, enkele dagen geleden, maakt dat duidelijk.
De verhouding met Europa verslechterde ondertussen met de dag. Mocht Turkije de doodstraf weer invoeren dan lijkt de EU definitief de onderhandelingen met het land over eventueel toetreden tot de Unie af te breken.
Erdogan zegt dat zijn land de EU niet nodig heeft en prima zelfstandig kan functioneren. Dat lijkt vooral retoriek voor de eigen achterban. Feit is dat Turkije onder andere zwaar lijdt onder het teruglopen van het toerisme vanuit Europa.
In Brussel wordt door officials gezegd dat de EU met Turkije in gesprek moet blijven. Maar de krachten om die gesprekken af te breken, winnen aan kracht. Het Europees Parlement heeft daartoe inmiddels al een oproep gedaan.
Wie nuchter naar de situatie kijkt, begrijpt dat een lidmaatschap van dit grote moslimland er simpelweg niet inzit. Terecht. Het zou goed zijn als de EU dat luid en duidelijk zou communiceren met Ankara. Een land dat grondrechten met voeten treedt, kan simpelweg geen lid worden van de Unie.