Checken sociale media sollicitant blijkt riskant
Werkgevers mogen de activiteiten van werknemers op sociale media niet zomaar controleren. Zelfs het checken van het Facebookprofiel van een sollicitant is niet toegestaan. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerde verklaring van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
Nieuwe technieken maken het steeds gemakkelijker voor werkgevers om het gedrag van medewerkers systematisch te volgen. Technologie om internetverkeer te beveiligen, is daar een voorbeeld van, maar ook het controleren van persoonsgegevens uit sociale media. Beide staan op gespannen voet met de privacywetgeving.
Die schrijft volgens de AP voor dat een werkgever heel goede redenen moet hebben om een profiel te checken of een sollicitant te googelen. De privacywaakhond baseert zich op een recent rapport van de Artikel 29-werkgroep, een adviesorgaan van Europese privacytoezichthouders.
Toestemming van een werknemer of sollicitant voor het gebruik van zijn persoonsgegevens, of een openbaar profiel zonder gebruik van privacyinstellingen, blijkt geen vrijbrief. De werknemer verkeert namelijk in een afhankelijkheidspositie, stellen de toezichthouders. Die belemmert hem om „vrije toestemming” te geven. Dit geldt ook voor stagiaires of tijdelijk ingehuurde krachten.
Monitoring –het volgen van het gedrag van werknemers op internet– is volgens de werkgroep alleen toegestaan als aan drie voorwaarden is voldaan: het bedrijf moet er een noodzakelijk belang bij hebben (bijvoorbeeld doordat een functie specifieke risico’s meebrengt), het doel kan niet worden bereikt op een manier die minder inbreuk maakt op de privacy en de bewerking moet proportioneel zijn. Bovendien dient de werkgever zijn werknemers goed te informeren over het feit dat zij worden gevolgd.