Paus moet harder optreden tegen misbruikzaken in zijn kerk
De Australische kardinaal George Pell (76) wordt verdacht van seksueel misbruik. De politie in Australië maakte donderdag bekend dat hij wordt vervolgd en dat er meerdere aanklachten tegen hem lopen. Pell moet op 18 juli voor de rechter in Melbourne verschijnen.
De in rang hoogste rooms-katholieke geestelijke van Australië is in het Vaticaan de belangrijkste financieel-economisch raadgever van de paus. De aanklachten tegen hem zijn voor paus Franciscus dan ook een zware klap. De kardinaal heeft verlof gekregen om zich in Australië tegen de aanklachten te verweren, zoals het officieel heet.
En vooral dat laatste valt niet goed. Paus Franciscus zou de kardinaal niet alleen de mogelijkheid hebben moeten geven om zich te verdedigen, maar zou hem hangende het onderzoek hebben moeten schorsen. Ondanks dat de paus meerdere keren fel uitgehaald heeft naar het kindermisbruik in zijn eigen kerk zeggen critici dat hij het te veel bij woorden laat.
Dat kardinaal Pell in de beklaagdenbank zit, is voor de paus bijzonder pijnlijk. De paus werkt sinds geruime tijd nauw samen met Pell, die de financiële zaken in het Vaticaan transparanter moet maken. Als de kardinaal inderdaad schuldig bevonden zou worden, zou dat voor de paus alleen daarom al een zware klap zijn.
De Rooms-Katholieke Kerk wordt al jaren geteisterd door onthullingen over kindermisbruik door geestelijken. Het heeft het imago van de grootste christelijke kerk zeer geschaad. Juist paus Franciscus heeft, door zijn optreden, veel van die verloren goodwill teruggewonnen. De paus is ook buiten de eigen kerk populair door zijn sobere levensstijl en het opkomen voor armen en vluchtelingen. Nu zo’n belangrijke kardinaal beschuldigd wordt van kindermisbruik loopt dat verbeterde imago gevaar.
Zeker de laatste tijd is gebleken dat kindermisbruik niet alleen speelt in de kerken. Ook in sportverenigingen komen steeds meer zaken van misbruik aan het licht. Soms lijkt het erop dat media misbruik door geestelijken meer aandacht geven dan misbruik in andere instellingen in de maatschappij. Voor christenen, die het pijn doet dat kerken in een kwaad daglicht komen te staan, kan dat oneerlijk aanvoelen.
Toch mogen kerken misbruikzaken in andere –wereldlijke– instellingen nooit gebruiken om zelfs maar de indruk te wekken dat ze daarmee de misstanden in eigen gelederen willen afzwakken. Zij die in de naam van Christus mensen –zéker kinderen– vertrouwen en veiligheid behoren te bieden, richten onherstelbare schade aan als ze dat vertrouwen misbruiken. Wie de Naam van Christus noemt, mag in geen geval afdingen op de misdaden van zichzelf. Hij dient, zoals Paulus het schrijft, af te staan van ongerechtigheid (2 Tim. 2:19).
Paus Franciscus doet er goed aan niet alleen in woorden, maar ook in daden harder op te treden tegen de misstanden in zijn kerk. Niet vanwege zijn eigen imago, maar om te tonen dat hij in woord én daad aan de kant van de slachtoffers staat. En omdat de Naam van Christus door deze zaken gelasterd wordt.