We verwachten op migratiedossier te veel van links
Het is verbazingwekkend hoe eenzijdig er geschreven en gesproken wordt over het migratievraagstuk, schrijft Eddie Krooneman. Klaver is na de mislukte onderhandelingen de gebeten hond, maar daarmee zien we cruciale aspecten over het hoofd.
Dat veel Nederlanders een afwerende houding hebben tegenover de opvang van asielzoekers, is begrijpelijk. Angst voor het onbekende speelt mee, en het kost onze samenleving geld. Het is daarom een belangrijke opgave voor een nieuw kabinet om serieuze oplossingen te vinden met het oog op de opvang van asielzoekers en om te voorkomen dat bootvluchtelingen de gevaarlijke overtocht naar Europa wagen.
Nederland moet zeker niet op voorhand iedereen een permanente verblijfsvergunning geven. Ik ben ervan overtuigd dat juist de gemeenschappelijke deler daarin zit, dat zo veel mogelijk voorkomen moet worden dat mensen op gammele bootjes stappen richting Europa. Gerichte programma’s, zowel op nationaal als op Europees niveau, kunnen bijdragen aan een serieus alternatief voor Afrikaanse jongeren in eigen land. Opvang in de regio gaat vóór opvang in een land als Nederland, ver weg van het land van herkomst, tenzij er redenen zijn waarom dit niet mogelijk is. Dit is ook in lijn met internationaal gemaakte afspraken.
Niet evenwichtig
Ik pleit dus niet naïef voor ongebreidelde migratie. Maar het debat over migratie verloopt niet evenwichtig. De Bijbelse notie van herbergzaamheid ontbreekt. Voorlopig dieptepunt is het stranden van de formatieonderhandelingen, juist over dit onderwerp. Wat zich in de Stadhouderskamer heeft afgespeeld, en waarover men precies van mening verschilde, weten we niet.
Hete hangijzers blijven in elk geval de mogelijkheid voor vluchtelingen om op Nederlands grondgebied asiel aan te vragen, de mogelijke oplossingen voor de bootvluchtelingen vanuit Noord-Afrika (hulporganisaties die bootvluchtelingen redden strafbaar stellen of niet?) en in hoeverre een humaan asielbeleid wenselijk is. Als we de geruchten mogen geloven is er zelfs nagedacht over mogelijkheden om het VN-vluchtelingenverdrag op te zeggen, dan wel een internationale coalitie te smeden om dit verdrag aan te passen.
Beweging van één kant
Het valt me op dat de sympathie met name uitgaat naar de VVD en het CDA. Er is waardering voor de inzet van Klaver, maar het is wel zíjn “principiële ondergrens” die zand in het motorblok heeft gestrooid. Moest dat nou, Klaver, die ondergrens? Maar waarom wordt diezelfde vraag niet aan Rutte of Buma gesteld?
Tijdens het debat van woensdag suggereerde PvdA-fractieleider Asscher dat de nieuwe vierde partij sowieso door de „principiële ondergrens” van GroenLinks zal moeten breken. Wat mij bevreemdt is dat politici en media kennelijk vastzitten in het frame dat exclusief van die kant meer beweging moet komen.
In een analyse in het AD over het vervolg van de formatie stond ChristenUnie-Kamerlid Voordewind als notoire vluchtelingenverdediger in de spotlights. Iemand om in de gaten te houden dus.
Hoewel vorig jaar minder dan in 2015, kent Nederland structureel een groot aantal asielaanvragen. Als zodanig is dat een serieuze uitdaging die we met elkaar het hoofd moeten bieden. De bezwaren die ds. M. J. Schuurman eerder in deze krant noemde, zijn serieus te nemen (RD 11-3).
Tegelijkertijd blijft het van fundamenteel belang dat mensen die vluchten voor oorlog en geweld, de mogelijkheid moeten hebben om in ons land asiel aan te vragen. De woorden van de Heere Jezus uit Mattheüs 7, „alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo”, zou voor een nieuw kabinet leidend moeten zijn.
Bovendien: wat als er in Europa een conflict uitbreekt en Nederlanders overal asiel wordt geweigerd? In dit kader moet ik denken aan de woorden van Mozes, wanneer hij het volk Israël opdraagt goed zorg te dragen voor de vreemdelingen, „want u bent zelf vreemdelingen geweest in het land Egypte” (Exodus 22:21).
Winst voor iedereen
Bovendien kan (arbeids)migratie, mits goed georganiseerd, ons winst opleveren. Een aantal jaar geleden was ik in het kader van mijn studie in Ierland om onderzoek te doen naar de ouderenzorg. Gedurende twee weken op het platteland van Centraal-Ierland sprak ik met tientallen ouderen en bejaarden. Velen van hen woonden ondanks hun hoge leeftijd nog thuis, vrij en gelukkig.
Het geheim? Arbeidsmigranten, met name uit de Filipijnen. Ik kan me nog goed herinneren hoe zorgzaam en liefdevol een Filipijnse man met een ouder echtpaar omging, een genegenheid die overduidelijk wederzijds was. De migrant kon rekenen op een goed maar tegelijkertijd voor de Ieren betaalbaar salaris. De Ierse ouderen behielden veel langer hun vrijheid. Winst voor iedereen, en met het oog op de toenemende vergrijzing in Nederland zeker niet irrelevant. Een aspect van migratie dat we compleet uit het oog verloren zijn.
Nederland heeft baat bij een evenwichtig debat waarin de ”principiële ondergrens” van álle politieke partijen kritisch tegen het licht wordt gehouden. Laten we als samenleving de politiek scherp houden op (Bijbels) verantwoord beleid, ook op dit ingewikkelde thema.
Geen naïef pleidooi voor ongebreidelde migratie, maar wel een pleidooi om bij het vinden van oplossingen voor het migratievraagstuk te staan voor fundamentele menselijke en Bijbelse waarden. Het recht op asiel is vandaag de moderne vorm van recht doen aan een vreemdeling in nood.
De auteur is politiek adviseur en projectleider Employable Youth in Ethiopia (EYE) bij Stichting Woord en Daad.