Pulsvisserij omarmen nu nog te voorbarig

Milieuorganisaties zouden verdeeld zijn over het besluit van Europa om de pulsvisserij in Nederland terug te dringen van 84 naar 22 vergunningen (RD 13-5). De genoemde milieuorganisaties, Greenpeace en de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging, herkennen zich echter niet in dit beeld, schrijven Irene Kingma en Frederieke Vlek.

19 May 2017 11:03Gewijzigd op 17 November 2020 01:40
Greenpeace in actie op de Noordzee (archieffoto). beeld ANP, Valerie Kuypers
Greenpeace in actie op de Noordzee (archieffoto). beeld ANP, Valerie Kuypers

De beslissing van de Europese Raad van visserijministers om pulsvisserij (elektrisch vissen) te verbieden, zien wij vooral als signaal naar Nederland. De snelle uitbreiding naar 84 pulsvergunningen was volgens ons te voorbarig.

Puls verdient nog niet het stempel duurzaam, omdat de effecten ervan nog te weinig bekend zijn. Er is meer onderzoek nodig. Maar we zien ook dat een transitie naar duurzame visserij stapsgewijs verloopt en dat pulsvisserij hierin een rol kan spelen. Hoe die rol er precies uitziet, is vanwege de lopende onderzoeken nog niet duidelijk.

De Nederlandse pulsvisserij gebruikt een nieuwe techniek waarover nog weinig bekend is. Het vistuig is lichter dan de traditionele boomkor, zodat er minder energie nodig is om het net over de bodem te slepen en de brandstofkosten en de CO2-uitstoot lager zijn. Het lichtere tuig zinkt ook minder diep naar de bodem. Pulsvisserij veroorzaakt daardoor minder verstoring door omwoeling. Verder zijn er zijn indicaties dat er minder bijvangst is. Dat zijn positieve effecten.

Maar er zijn ook grote vragen die nog beantwoord moeten worden. Veel vissoorten, zoals haaien en roggen, zijn zeer gevoelig voor elektriciteit. Hoe deze soorten op puls reageren, is nog nauwelijks onderzocht.

De langetermijneffecten van lichte elektrische schokken op het leven op en rond de bodem zijn ook nog niet onderzocht. Met lichter vistuig kun je gebieden bevissen die voorheen onbevist bleven en die bijvoorbeeld dienden als schuilplaats voor kwetsbare soorten.

Daarnaast is het de vraag hoe pulsvisserij ver op zee goed gecontroleerd kan worden, om te voorkomen dat er capaciteitsvergroting plaatsvindt binnen de visserij.

Voor de milieuorganisaties is het belangrijk dat deze zaken worden onderzocht. Mocht aangetoond worden dat pulsvisserij toch schadelijker is dan waar het ministerie van Economische Zaken van uitgaat, dan moet het uitrollen van pulsvisserij worden teruggedraaid. Maar als in onafhankelijke wetenschappelijke toetsing wordt vastgesteld dat pulsvisserij geen schadelijke effecten heeft die te relateren zijn aan het elektrisch tuig, dan moeten de barrières worden weggenomen.

Daarbij moet worden gezegd dat de pulsvisserij nog altijd een bodemberoerende visserijtechniek is, waarin bijvangsten weliswaar minder zijn dan bij de conventionele boomkor, maar nog altijd aanzienlijke aantallen omvatten. Wij zien daarom puls niet als een einddoel, maar blijven pleiten om ook te zoeken naar andere technieken om selectiever te vissen, zodat een algehele transitie naar duurzame visserij op gang komt.

Irene Kingma is directeur Nederlandse Elasmobranchen Vereniging. Frederieke Vlek is campagneleider oceanen Greenpeace Nederland.

Meer over
Pulsvisserij

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer