Erdogan is niet werkelijk in lidmaatschap EU geïnteresseerd
De Turkse president Erdogan eiste deze week van de Europese Unie de toetredingsonderhandelingen met Ankara weer op te pakken. „Als dat niet gebeurt, zal Turkije „Tot ziens” tegen de EU zeggen”, dreigde de Turkse leider.
In Nederland kreeg de nogal dwingende oproep weinig aandacht in de media. Speelden hier de voorbereidingen voor dodenherdenking en Bevrijdingsdag een rol? Of worden de uitspraken van de Turkse president in Nederland niet langer serieus genomen?
Dat laatste kan natuurlijk het geval zijn. Als Erdogan werkelijk in toetreding tot de EU is geïnteresseerd had hij een andere toon aangeslagen. Tijdens het referendum dat afgelopen maand werd gehouden en dat volgens critici het einde van de Turkse democratie is, was het al niet anders. In zijn overwinningstoespraak zei hij letterlijk: „We hebben tegen de hele wereld gestreden. In Europa werden we aangevallen door de geest van de kruisvaarder. In het binnenland door zijn handlangers.”
Wil Erdogan nu ineens toetredingsonderhandelingen voeren met diezelfde kruisridder?
Turkije vroeg in 1987 het lidmaatschap van de EU aan. Europa erkende in 1999 Turkije als officieel kandidaat-lidstaat en zes jaar later werden de toetredingsonderhandelingen geopend. De gesprekken verliepen van meet af aan moeizaam. Een niet onbelangrijk deel van de Europese bevolking heeft nooit staan juichen bij een Turks lidmaatschap. Terecht overigens, want daar heeft Ankara altijd aanleiding voor gegeven. Te denken valt alleen al aan de achtergestelde positie van de christenen in het land en niet te vergeten: het niet willen erkennen van de Armeense genocide.
Het resultaat van al die besprekingen is dat er slechts over een van de 33 beleidsterreinen een akkoord is bereikt, en dat is alweer elf jaar geleden. Europa protesteerde toen Erdogan na de mislukte staatsgreep van vorig jaar juli niet alleen de coupplegers, maar ook oppositieleden en kritische journalisten opsloot.
Na het vorige maand gehouden referendum over de nieuwe grondwet, gingen in Europa stemmen op de toetredingsonderhandelingen definitief op te schorten. Het Europees Parlement heeft vorige week formeel daartoe opgeroepen.
Nu draait Erdogan de zaak dus om: reikt de EU hem niet de hand dan is het „tot ziens.” De vraag is of Erdogan werkelijk met de EU rond de tafel wil zitten. Dat zou namelijk betekenen dat Turkije aan de Europese toetredingscriteria moet voldoen. En dat houdt onder meer in dat Erdogan de uitslag van het referendum ongedaan moet maken.
De ontwikkelingen van de laatste jaren hebben bewezen dat Turkije niet tot de Europese club behoort en door geheel andere tradities is gevormd. Het zou daarom goed zijn als Europa duidelijkheid verschaft en de toetredingsonderhandelingen met Turkije definitief afbreekt. Makkelijk wordt dat niet, omdat Erdogan de Syrische vluchtelingen als drukmiddel zal gebruiken.
Toch zal de EU tegen Erdogan moeten zeggen: „Tot ziens.”