De zee als therapeut
Uitwaaien, noemen we het. Of: je hoofd leegmaken. Tot jezelf komen. Ontstressen. Waar we dat doen? Aan zee. Daar waar het leeg is en ruim en rustig. En soms zelfs helemaal stil. Zee en bezinning: het lijken wel synoniemen.
Niets hoef je ervoor te doen. Voor die verandering in gemoedsgesteldheid. Met dat je het duin afdaalt en voet op het strand zet, is er leegheid. Alsof alles wat je het duin op torste op het strand van je rug begint te glijden. Alles van ginds ligt ineens achter je. En voor je ligt de zee. Die onafzienbare waterplas. Dat ademende natuurlichaam.
Golven die aanrollen op het strand en leeglopen op het zand. Als een kind dat komt aanrennen en struikelt over z’n eigen voetjes. Golven struikelen ook. Branding heet dat. Het water vloeit over het strand en trekt zich weer terug. Ritmisch, rustgevend.
Ademen, ja dat doet de zee. Nog wel het duidelijkst in eb en vloed. Meters verschil soms. Maar alleen zichtbaar in de toenemende of afnemende breedte van het strand.
Soms, als het rustig weer is, neemt de zee heel gemakkelijk de drukte in het hoofd van de strandbezoeker over. Je hoofd leegmaken gaat bijna vanzelf. Op andere momenten, als de zee hol en hoog staat en de wind hevig blaast, neemt de zee de drukte in het hoofd niet over, maar blaast hij alle zorgen weg.
De zee doet altijd iets met een mens. Op een warme zomerdag kan alleen al de aanblik van het koele water je verkwikken. En als in herfst of winter de zee bruist en de golven witte kuiven hebben, overweldigt alleen de aanblik van de zee al dusdanig dat de eigen problemen te minuscuul lijken om je er druk om te maken.
Vooral als het strand leeg is, is de zee een middel van bezinning dat de eeuwen door niets aan kracht heeft ingeboet. Je loopt en kijkt over het water. Ziet hoe ginds, heel ver weg, water en lucht in elkaar overvloeien. Maar toch blijft er onderscheid, is er een streep in de verte. Horizon noemen we dat. Nee, natuurlijk is dat geen tastbare lijn tussen lucht en water. Maar zo ziet het er wel uit. En we zien het als een doel, ook al weten we dat dit doel ons steeds zal ontglippen als we het proberen te bereiken.
Misschien is dat het wel. Dat ongrijpbare, grote, overweldigende van de zee. Altijd hetzelfde en altijd weer anders. Vaste ritmes, grote verschillen. In waterstand, windkracht, watertemperatuur. Gezette tijden, maar als je het vast wilt pakken, glipt het door je vingers. Letterlijk: het zand van het strand, het water van de zee. Je hebt het nooit op zak.
Stil
Kilometers lopen langs de vloedlijn. Stiller en stiller wordt het. Tot je letterlijk en figuurlijk geen hond meer ziet. Alleen met je gedachten, onrust, drukte, eenzaamheid, blijdschap, verdriet. Je moet ermee aan de gang, ook al besef je helemaal niet dat je ermee aan de gang bent. De voeten gaan automatisch en de onrust lijkt wel uit je gedachten te borrelen. Dát is het dus, dat uitwaaien.
Echte rust is in Nederland op het land schaars en alleen nog te vinden diep in de Veluwse bossen of op de uitgestrekte poldergronden in Flevoland. Aan zee is die rust er in overvloed. Hier alleen water en zand. En duinen, als drempel naar het land. En als beschermwal tegen de drukte erachter. Mensen en gebouwen en dingen en zaken en wegen en fietsen en auto’s. Om de paar meter weer iets waar je omheen moet rijden, of gedag tegen moet zeggen, een praatje mee moet maken, of voor moet stoppen. Eindeloze interactie. Maar hier niets van dat alles. Zee, zand en lucht. En verder niets.
Alleen al door die stilte en die rust gaat je bezinnen aan zee haast vanzelf. De zee is als een therapeut. Maar dan wel eentje die geen vragen stelt, geen aantekeningen maakt en nooit op de klok kijkt. De zee is therapeut door zichzelf te zijn. Eindeloos, groot, uitgestrekt, weids.
Bossen zijn prachtig, heidevelden ook, maar ze leven niet zoals de zee leeft. Ze zeggen niets terug. De zee is als een vriend.
Maar het is wel een vriend die niets van je vraagt. Je hoeft je voor de zee niet op te knappen. Nooit hoef je een rol te spelen, of een stand op te houden. Bij het huilen zijn er geen papieren zakdoekjes om je tranen te drogen. En bij het lachen, stelt de zee nooit de vraag of je misschien de problemen probeert weg te lachen.
Waarschijnlijk is hij daarom zo’n geweldige therapeut. De zee vraagt niet, maar geeft. Ruimte, dat vooral.
Maan
En als de nacht valt en het hier donkerder is dan waar ook op het land, is er hier ook het meeste licht. Nergens stralen de sterren helderder dan in de diepe duisternis aan zee. En de maan schijnt niet alleen, maar reflecteert hier ook nog eens in de spiegel die wij zee noemen.
Probeer daar maar eens niet van onder de indruk te komen. Probeer daar maar eens niet van tot bezinning te komen.