PVV-kiezer heeft wél invloed
Hoe vertaal je de verkiezingsuitslag naar een nieuwe coalitie? Dat is altijd weer een interessante vraag. Dat de grootste partij bij voorkeur in een kabinet moet belanden, is logisch. Maar de stelling dat er ook zo veel mogelijk winnaars in moeten, is aanvechtbaar. „Het is niet terecht de stem van zwevende kiezers sterker te laten doorklinken dan de stem van trouwe kiezers”, merkte SGP-leider Van der Staaij vorige week in de Kamer terecht op. „De veertien zetels van de SP zijn evenveel waard als de veertien zetels van GroenLinks.”
Wie vanuit zo’n invalshoek naar de klacht van de PVV kijkt, namelijk dat de overige partijen de club van Wilders onterecht uitsluiten van coalitiebesprekingen –en daarmee de tweede partij van het land én 1,3 miljoen kiezers bruuskeren–, kan die klacht in diverse opzichten relativeren.
De eerste is dat de PVV op 15 maart weliswaar groeide van vijftien naar twintig zetels, en dat inderdaad 13,1 procent van alle stemgerechtigden op die partij stemden, maar dat tegelijkertijd geldt dat 87,9 procent van de kiezers níét op de PVV heeft gestemd. Velen van hen zijn het niet een beetje, maar radicaal oneens met de meeste plannen van Wilders. Door de PVV buiten de regering te houden, doen de andere partijen aan die kiezers in elk geval wél recht.
De tweede relativering is dat ”het PVV-geluid” wel degelijk doorklinkt in deze formatie. Hebben VVD en CDA tijdens de verkiezingscampagne niet laten zien, al was het maar in attitude en uitstraling, dat zij de zorgen van PVV-kiezers zeer serieus nemen? Denk aan Ruttes uitspraak, in Zomergasten, over demonstrerende Turken, en aan Buma’s uitlatingen over dubbele paspoorten. Natuurlijk zal dat geluid afgevlakt gaan worden door de deelname van D66 en GL aan de coalitiebesprekingen, maar helemaal loslaten kunnen en zullen VVD en CDA hun eerder gekozen toon niet.
Een derde relativering is dat het niet kunnen of mogen deelnemen aan coalitiebesprekingen niet betekent –alle retoriek van Wilders ten spijt– dat een partij geheel aan de kant wordt geschoven. Waarom zou dit zo zijn? ChristenUnie en SGP, om maar een voorbeeld te noemen, zaten de achterliggende jaren toch ook niet in een coalitie? Toch werden zij en hun kiezers bepaald niet gemarginaliseerd. Door zich constructief op te stellen en hard te werken, konden deze partijen juist een relatief grote invloed op het beleid hebben.
Daarom, op de stelling dat Wilders en zijn kiezers genegeerd worden, valt veel af te dingen. De PVV kan in onze democratie volop meedoen. Hoeveel zij daarmee bereikt, heeft zij, voor een belangrijk deel, zelf in de hand. Zij kan samen met rechtse en linkse partijen moties indienen en vragen stellen. Sinds gisteren weten wij dat zij dat óók weer met de PvdA kan doen. Zij kan bewindslieden ‘belagen’, zoals gisteren het nieuwe PVV-Kamerlid Markuszower deed die minister Blok aan de tand voelde over de in Arnhem mishandelde homo’s. Wil zij straks in zestig plaatsen meedoen met de gemeenteraadsverkiezingen? Dat kan; niemand die het verhindert. De PVV hoeft niet aan de kant te staan en staat niet aan de kant. Behalve als zij zichzelf op die plek manoeuvreert.