Roep om betere bescherming tegen ongewenste overname
Aan het internationale overnamefront staan ook beursgenoteerde ondernemingen die Nederland als thuisbasis hebben, in de belangstelling. Dat lokt de roep uit om een betere bescherming tegen ongewenste avances.
De economie floreert, de rente voor het financieren van transacties is laag, veel bedrijven zitten ruim bij kas. Een ideaal klimaat voor fusies en overnames, drukke tijden voor zakenbankiers en gespecialiseerde advocaten. Een spraakmakende deal van recent: PSA Peugeot Citroën lijft Opel in.
Onze eigen, nationale paradepaardjes blijven niet buiten schot. ”Too big to buy”, te groot om op te kopen, geldt daarbij niet meer. Zelfs Unilever (voedings- en verzorgingsproducten) ontving in februari een bod, van het kleinere, Amerikaanse Kraft Heinz. Waarde: maar liefst 134 miljard euro. Bij verf- en chemiefabrikant AkzoNobel klopt PPG, eveneens uit de VS, steeds nadrukkelijker op de deur. Deze week lag er een tweede bieding.
Vorig jaar wist PostNL uit handen te blijven van het Belgische Bpost. In 2013 voerde telecomgigant KPN een lang gevecht om te ontsnappen aan het Mexicaanse América Móvil. In alle genoemde gevallen ging het om een vijandig voorstel. De bestuurders van de betrokken vennootschappen achtten de beoogde overname immers niet wenselijk.
Werkgeversvereniging VNO-NCW kondigde onlangs aan dat zij in overleg gaat met de achterban en met de politiek om te bezien of er aanvullende maatregelen nodig zijn om het Nederlandse bedrijfsleven te beschermen. Ook minister van Financiën Dijsselboem bepleitte stevigere verdedigingslinies. Zijn collega Kamp van Economische Zaken heeft al een wetsontwerp ingediend om in de sfeer van telefonie, internet en dataverkeer de overheid de mogelijkheid te verschaffen een overname waarbij de nationale veiligheid mogelijk in het geding komt, te blokkeren. Verder beloofde hij een bezorgde Tweede Kamer, toen de zelfstandigheid van PostNL op het spel stond, te zullen kijken naar een aanpassing van de Postwet.
Een onderneming kan een beschermingsconstructie achter de hand houden om een eventuele belager de voet dwars te zetten. Maar –een nadeel– beleggers zullen dan minder snel geneigd zijn om vermogen in dat beursfonds te stoppen, want in feite betekent dat afschrikmiddel een inperking van hun zeggenschap. Tal van nv’s hebben in hun statuten de variant opgenomen dat ze bij een ‘aanval’ zogeheten preferente aandelen mogen uitgeven. Die worden ondergebracht bij een bevriende stichting, die via deze noodgreep een beslissende stem verwerft. Door zo te handelen lukte het KPN destijds América Móvil van zich af te schudden.
Volgens een onderzoek van Het Financieele Dagblad hebben 11 van de 25 AEX-fondsen geen of een niet solide beschermingswal. Zij verkeren daarmee in een kwetsbare positie. Binnen die groep treffen we trouwens ook bedrijven aan die qua historie en vestigingen niet als Nederlands zijn aan te merken, zoals ArcelorMittal en Gemalto.
De vrije markt doet zijn werk. Kapitaal stroomt naar bestemmingen waar het rendement het hoogst is. Toch voelt het niet gemakkelijk. We willen geen uitverkoop van nationale belangen, geen verhuizing van bestuurscentra en kennis naar het buitenland. Daarbij zijn echter wel kanttekeningen te plaatsen. Hollandse ondernemingen doen omgekeerd hetzelfde. Zij groeien vaak ook door elders in de wereld branchegenoten op te kopen. Protectionisme is geen optie.
Concerns die onvoldoende presteren, waarvan de aandelen geen optimaal rendement opleveren, lopen het meeste gevaar. Zij bevinden zich op het jachtterrein van kapitaalkrachtige investeringsmaatschappijen, partijen die veelal enkel uit zijn op het creëren van extra opbrengsten voor de aandeelhouders, op kortetermijngewin met behulp van reorganisaties, kostenreducties, het afstoten van onderdelen, het opknippen van de organisatie. Dit laatste overkwam in het verleden bijvoorbeeld ABN AMRO.
Bij zulke biedingen zit vooral de pijn. Soms is er sprake van een duidelijke botsing tussen wat de aandeelhouders beogen (koersstijging en hoger dividend) en andere belangen. Dan vraagt de situatie om een evenwichtige afweging.