Weerwoord: Stem voor christelijke politiek
Woensdag zijn er verkiezingen. De invloed van religie op de politiek duidt op een spanningsveld. Politiek en geloof, is dat wel verenigbaar? Politiek met een beroep op God kan immers niet. Niet stemmen op christenen dus.
JA
Christenen hebben altijd last van een zekere onhandigheid als het op politiek aankomt. Ze moeten het hebben over het gewone leven en de politieke keuzes die daarbij horen, maar willen het eigenlijk over God en het Evangelie hebben. Dit vervuilt het gesprek, omdat het ”aandeel God” een doorslaggevende factor is, al dat niet expliciet. Christelijke politiek is discussiëren met een olifant in de kamer. Iedereen weet dat hij er staat, maar niemand heeft het over de olifant.
Daarom moet christelijke politiek van het publieke erf geweerd worden, zoals alle religie. Moslims trekken hun kaart, hindoes doen het, boeddhisten en animisten – allemaal best, maar doe dat thuis, achter de voordeur en niet op publiek terrein. De discussie houdt dan namelijk op, want het gaat dan niet meer over politiek, maar over privéstandpunten.
Bovendien is er onder christenen weinig interesse voor politiek. Ze zitten meer met het hoofd in de wolken dan hier beneden. Eigenlijk kan de wereld hen nauwelijks boeien, omdat die toch de kliko ingaat. Ze wachten op Gods oordeel, maar willen ondertussen wel hun normen en waarden opleggen aan andersdenkenden. Die tijd is voorbij, omdat religie het nu niet meer voor het zeggen heeft, maar het ongeloof. Ongelovigen zijn in de meerderheid in Nederland.
Het zogeheten constantinisme, van het midden van de vierde eeuw (beginnend met het optreden van Constantijn de Grote) tot het midden van de twintigste eeuw heeft aangetoond dat christenen hun waarden en normen opleggen aan medeburgers en andere volken. Het christendom is een imperialistische godsdienst. Ook de geschiedenis van het christelijke kolonialisme laat zien dat er bloed kleeft aan de knellende hand van het christendom.
We staan in Nederland voor complexe politieke vragen. Ook de pluraliteit en multireligiositeit van onze samenleving zijn urgente vraagstukken. Het gesprek daarover moet echter niet belast worden met overtuigingen die in wetenschappelijke zin oncontroleerbaar zijn en in het privédomein thuishoren.
NEE
In naam van religie, ook in naam van het christendom, is er in politieke zin veel misgegaan. Imperialisme valt christenen zeker te verwijten. Toch zijn er ook andere verhalen te vertellen. In de tijd van de Vroege Kerk, maar ook in de vroege middeleeuwen, in de reformatietijd en in de negentiende en de twintigste eeuw hebben christenen in het Evangelie een nieuwe sociale orde gezien. Het Evangelie gaat over relaties, niet alleen over individuen. In de eerste plaats gaat het Evangelie over onze verhouding tot God en van daaruit tot elkaar. God liefhebben en onze naaste als onszelf, dat wordt van ons gevraagd. Het leven is relatie en draait dus om sociale orde.
De vroege christenen geloofden in een verloste sociale orde waarbinnen vooroordelen en standsverschillen eigenlijk geen plaats hebben. In de kerk werd zo al geleefd, vandaar dat iedereen daar welkom was, ongeacht taal, cultuur, inkomen, status, leeftijd et cetera. Paulus schrijft dan ook dat hij „van nu aan niemand meer kent naar het vlees” (2 Kor. 5:16), dat wil zeggen: in Christus vallen al die verschillen die de wereld maakt weg.
De eerste christenen deden dan ook veel aan diaconie, zorg voor armen, zieken, wezen en weduwen. Christelijk geloof en politiek handelen horen onlosmakelijk samen. Als christenen ergens hulp bieden, is dit een politieke keuze en ook een statement waaruit blijkt hoe iemand naar de sociale orde kijkt. Christenen zien uit naar een verloste sociale orde. In hun kerken willen zij die vormgeven, maar ook daarbuiten, met oog op het Koninkrijk van God dat komen gaat.
Voor christenen zijn de overheden daarom ”uit God”, zoals Paulus schrijft (Rom. 13:1). Paulus heeft dit uit het noachitische verbond, de afspraak die God met Noach maakte (Genesis 9). God zegt dat Hij de aarde beschermt, maar dat mensen wel politiek moeten ingrijpen („wie bloedt vergiet, diens bloed wordt vergoten”, met andere woorden: je wordt ter verantwoording geroepen). God wil dus duidelijk Zijn zegen verbinden aan rechtvaardig politiek handelen. In die zin kunnen politieke keuzes de sociale orde in goede zin bevrijden, ademruimte geven, nieuwe perspectieven bieden enzovoort.
DUS
Politiek met een beroep op God is goed mogelijk. Wees als christen politiek geëngageerd, ga stemmen als je stemrecht hebt, en stem voor christelijke politiek.
>>rd.nl/weerwoord