Buitenland

Analyse: Is er een nieuwe Arabische revolutie ophanden?

RD-correspondent Martin Janssen levert wekelijks commentaar op actuele gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Vandaag: er lijkt een nieuwe ronde van chaos in de Arabische wereld aan te komen.

Martin Janssen
6 March 2017 17:11Gewijzigd op 17 November 2020 00:53
CAIRO. Politieke repessie en armoede zijn in veel Arabische landen toegenomen. beeld AFP.
CAIRO. Politieke repessie en armoede zijn in veel Arabische landen toegenomen. beeld AFP.

Een van de redenen waarom Barack Obama in november 2008 de Amerikaanse presidentsverkiezingen won was dat zijn slogan dat verandering mogelijk was, aansloeg bij brede lagen van het electoraat.

De wens tot vergaande hervormingen werd breed gedragen, maar het probleem is altijd dat men te maken heeft met verschillende visies op wat er nu precies dient te veranderen. Miljoenen Amerikanen die als gevolg van de economische crisis hun baan hadden verloren, wilden wijzigingen op de arbeidsmarkt en zaten niet echt te wachten op genderneutrale toiletten – om maar wat te noemen.

In 2011 werd de Arabische wereld geconfronteerd met een gelijksoortig fenomeen. In een groot aantal Arabische landen vonden diepe frustratie en ontevredenheid een uitlaatklep in massademonstraties die zich tot revoluties ontwikkelden.

Dat dit niet gebeurde in de rijke, maar vaak zeer ondemocratische Golfstaten, was een indicatie dat het verlangen naar democratie niet de belangrijkste drijfveer was.

Arabische landen zijn overwegend jonge samenlevingen. De arbeidsmarkt was echter niet in staat om de jaarlijkse instroom op te vangen. Onderwijssystemen waren weliswaar verbeterd, maar leverden eerder kwantiteit dan kwaliteit af. Wijdverbreid nepotisme maakte het vinden van een baan vaak bijna onmogelijk.

Diploma’s verloren hierdoor hun waarde. Mohamed Bouazizi, die in december 2010 in Tunesië zelfmoord pleegde –en daarmee de Arabische lente op gang bracht–, had een universitaire bul op zak maar werkte uiteindelijk als straatventer.

Hoger onderwijs en toegang tot internet hadden tot gevolg dat deze jongeren –in tegenstelling tot eerdere generaties– zich pijnlijk bewust waren van hun vaak uitzichtloze situatie. Terecht werden Arabische regimes hiervoor in 2011 verantwoordelijk gesteld. Daarbij moet men echter aantekenen dat dit de enorme bevolkingsexplosie in Arabische landen buiten beschouwing liet.

Neem Egypte. In 2011 waren de verwachtingen hooggespannen, maar de politieke omwentelingen konden hierbij geen soelaas bieden. Tot overmaat van ramp zijn economische investeringen en inkomsten uit toerisme sinds 2011 dramatisch afgenomen als resultaat van chaos en terroristische aanslagen.

Het Arab Human Development Report (AHDR) van 2016 schilderde daarom een somber toekomstbeeld. De politieke repressie en armoede onder vooral jongeren zijn in veel Arabische landen na 2011 slechts toegenomen, en het AHDR waarschuwt daarom voor een nieuwe ronde van protesten. Iedere nieuwe cyclus blijkt echter onvoorspelbaarder te zijn dan de vorige, en „jongeren zullen wellicht nu voorkeur hebben voor meer gewelddadige middelen.”

Een van de veranderingen die de revoluties van 2011 brachten was het ontstaan van het IS-kalifaat. Het is afwachten waartoe een nieuwe geweldscyclus in het Midden-Oosten zal leiden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer