1 Het werk van de reparateur is er de laatste jaren niet schoner op geworden.

In de tijd dat iedereen waspoeder gebruikte en kookwassen draaide, was de machine die hij openschroefde altijd brandschoon. Doet hij vandaag de dag hetzelfde, dan komt er een stinkende smurrie tevoorschijn. In het inwendige van de machine is dat nog tot daar aan toe. Vervelender is dat het ook sporen nalaat op het wasgoed: grijze strepen en een doordringende nattesokkenlucht. Katoen pikt deze geurtjes en vervuiling sterker op dan gladdere stoffen.

2 Kenners noemen het vetluis of wasluis, maar met luizen heeft het niets te maken.

Vetluis is een ophoping van zeepresten, huidschilfers en ander vuil en vormt een prima voedingsbodem voor micro-organismen. Bij een temperatuur tussen de 30 en de 40 graden gedijen ze goed, hoger houden ze niet van. Deze bacteriën zijn overigens geen gevaarlijke ziekteverwekkers. Vervelend is het wel. Wasgoed hoort schoon uit de machine te komen en fris te ruiken, net als de machine zelf.

3 Te koud wassen is dus de boosdoener, samen met het gebruik van een overmaat aan wasmiddel.

Dat geldt vooral voor vloeibaar wasmiddel, dat van zichzelf ook al wat glibberig aanvoelt. Een beschuldigende vinger wijst ook naar te volle wastrommels, maar dat is niet terecht. Bij een volle trommel wijkt bij het centrifugeren de deurrubber wat meer en krijgt vetluis alle kans om grijze strepen op het net gewassen goed achter te laten. Maandelijks één keer op 95 graden wassen is een goede remedie. Doe dat zonder wasgoed en voeg na tien minuten een fles schoonmaakazijn en 5 liter extra water toe via het zeepbakje.