Opinie

Weerwoord: Gelovige kijkt anders naar de wereld

Ben je als gelovige niet volstrekt wereldvreemd wanneer je uitgaat van een werkelijk bestaande God Die handelend optreedt in onze werkelijkheid?

prof. dr. Jan Hoek
27 January 2017 14:22Gewijzigd op 17 November 2020 00:33
„Een gelovige kan met een vrij geweten wetenschappelijk bezig zijn vanuit de overtuiging dat het ware geloof niet in strijd kan zijn met de ware wetenschap.”  beeld ANP, Lex van Lieshout
„Een gelovige kan met een vrij geweten wetenschappelijk bezig zijn vanuit de overtuiging dat het ware geloof niet in strijd kan zijn met de ware wetenschap.” beeld ANP, Lex van Lieshout

JA

In de huidige West-Europese cultuur heerst een materialistische en fysicalistische opvatting van de werkelijkheid. Volgens velen bestaan alleen die dingen werkelijk die je via natuurwetenschappelijke methoden kunt waarnemen en verklaren. En als er nog meer bestaat, kunnen we daar niets zinnigs over zeggen. We hebben God nog nooit waargenomen met het blote oog, via telescoop of microscoop, of op een andere manier. Daarom moet Zijn bestaan zolang als onbewezen en onwaarschijnlijk worden beschouwd. Wetenschappelijk gezien is het dan ook ongeoorloofd om goddelijk ingrijpen als factor te laten meewegen bij de verklaring van verschijnselen.

Het spreken over God heeft in het wetenschappelijk discours alle vanzelfsprekendheid verloren. Privé kun je nog wel op de traditionele, theïstische manier blijven geloven. Maar eigenlijk leef je dan volgens velen in twee gescheiden werelden, en ben je niet consequent en intellectueel zuiver bezig. „De mens van vandaag gaat ervan uit dat de loop van de natuur en de geschiedenis, zijn eigen innerlijk leven en zijn daadwerkelijk bestaan, nergens doorbroken worden door de inwerking van bovennatuurlijke krachten”, aldus de beroemde Duitse nieuwtestamenticus Rudolf Bultmann (1884-1976).

NEE

De christen gelooft in de reëel bestaande, levende God, de Vader van Jezus Christus, Die Zich daadwerkelijk inlaat met onze tijd-ruimtelijke werkelijkheid, hoewel Hij daar Zelf niet mee samenvalt. Dat betekent echter niet dat een christen wereldvreemd zou zijn en op veel levensterreinen niet meer echt zou kunnen meedoen.

Zo zal een christelijke natuurwetenschapper in zijn onderzoek het ”methodisch atheïsme” zeker accepteren. Of liever gezegd: hij zal de verschijnselen bestuderen zoals ze zich –om met Prediker te spreken– voordoen ”onder de zon”, los van het verborgen goddelijk handelen. Dat God per definitie geen factor is in de natuurwetenschappelijke methodiek, dwingt allerminst tot de filosofische overtuiging dat God niet werkelijk zou kunnen zijn.

Ik zeg met de theoloog Jan Muis dat de hedendaagse gelovige leeft in een wereld die tot op zekere hoogte zonder God begrepen kan worden. Ook aan de hedendaagse gelovigen verschijnt de wereld als een relatief zelfstandig geheel van oorzaken en gevolgen. Maar tegelijkertijd weet het geloof vanuit het belijden van de Schepper dat onze wereld een open ruimte is voor Gods aanwezigheid en werkzaamheid. Onze werkelijkheid is wel van God onderscheiden, maar niet van Hem gescheiden.

Hier ligt de breuk met de werkelijkheidsvisie van niet-gelovigen: aan hen verschijnt de wereld uitsluitend als een eigenwettelijk geheel van natuurlijke oorzaken en gevolgen. Muis stelt dan ook: Godsgeloof en werkelijkheidsopvatting zijn niet los van elkaar verkrijgbaar. Het geding over God betekent tegelijk een geding over onze werkelijkheid. Theologisch kunnen we onze tijd-ruimtelijke werkelijkheid alleen zien als schepping, en daarmee als een open, niet van God gescheiden wereld. Wie vanuit atheïsme of agnosticisme tot geloof in God komt, ondergaat niet minder dan een paradigmawisseling: heel zijn kijk op de werkelijkheid wordt ingrijpend veranderd.

De gelovige die zich overgeeft aan de God van de Bijbel is wel een vreemdeling in deze wereld, maar niet wereldvreemd. Hij kan met een vrij geweten wetenschappelijk bezig zijn, vanuit de overtuiging dat het ware geloof niet in strijd kan zijn met de ware wetenschap. Dat kan betekenen dat traditionele geloofsvoorstellingen worden gecorrigeerd door betrouwbare uitkomsten van de wetenschap.

Die laatste strijden echter nooit met de overtuiging dat de God Die we in Christus en in Zijn machtige daden in de geschiedenis hebben ontmoet, voluit werkelijk is. De hedendaagse gelovige staat open voor Gods beleid over ons bestaan, allereerst doordat Hij de in de schepping gelegde structuren en natuurwetten trouw onderhoudt. Verder door, waar en wanneer dat Hem goeddunkt, wonderen te doen die deze wetten doorbreken. Zo maakt de gelovige vrijmoedig gebruik van technische mogelijkheden die het resultaat zijn van de natuurwetenschap én bidt elke dag tot God om dagelijks brood, genezing van ziekte of wijsheid bij het nemen van beslissingen.

DUS

De gelovige heeft in deze (post)moderne tijd een andere werkelijkheidsopvatting dan veel van zijn of haar collega’s of buren. Dat kan de indruk wekken dat christenen wereldvreemd zijn. Die indruk berust echter op vooringenomenheid die met een gesloten wereldbeeld gegeven is, en is dus allerminst wetenschappelijk gefundeerd.

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer