Coldcaseteam politie ontrafelt onopgeloste misdrijven
Speciale coldcaseteams bij de politie slagen er steeds vaker in om oude, onopgeloste misdrijven als moord en verkrachting op te helderen. „We gaan met een frisse blik opnieuw door oude dossiers heen.”
Groot was de opluchting bij familie en vrienden van de in 2003 vermoorde huisschilder Alex Wiegmink, toen eind vorig jaar bleek dat er twee verdachten konden worden opgepakt. Jarenlang bleef de zogeheten Posbank-moord een onopgelost raadsel. De 44-jarige huisschilder uit Drempt kwam in januari 2003 niet thuis van een rondje hardlopen op de Posbank bij het Gelderse Rheden. ’s Avonds vond de gealarmeerde politie zijn verbrande lichaam in zijn uitgebrande auto in het Brabantse dorpje Erp, zo’n 80 kilometer verderop.
In dezelfde maand arresteerde de politie de 46-jarige Bert den D. uit Benthuizen, die ervan wordt verdacht in 2007 zijn vrouw in Thailand te hebben omgebracht (zie kader).
Afgelopen week nog werden twee broers uit Eindhoven gearresteerd voor een extreem gewelddadige overval en verkrachting van een vrouw in een chalet in het Brabantse Schaijk in 2009. Nieuwe informatie zette de politie op het spoor van de verdachten (26 en 28 jaar).
Meeleven
Politie en justitie zetten zwaarder in op het oplossen van oude misdrijven. Vorige week verspreidden ze een kalender onder gedetineerden in vijf gevangenissen met daarop een groot aantal cold cases, waaronder moorden. De politie hoopt dat gevangenen uit de school klappen.
„Sinds 2011 heeft elk van de tien Nederlandse politie-eenheden een eigen coldcaseteam van minimaal drie man”, zegt Wim Perlot, chef van het coldcaseteam van de politie Midden-Nederland, in een vergaderruimte van het hoofdbureau van de politie in Utrecht. „Voorheen bleven oude onopgeloste misdrijven op de plank liggen, totdat er een toevallige tip kwam. Vanaf 2013 is de politie ermee begonnen cold cases bewust naar buiten te brengen en het publiek erbij te betrekken. De samenleving moet weten dat er zo’n 1500 ernstige zaken zijn die nooit zijn opgelost. Opvallend is dat het meeleven van burgers bij cold cases groot is. Na een uitzending van Opsporing Verzocht krijgen we soms wel dertig tips die zo serieus zijn dat we ze niet als onzin kunnen afdoen.”
Het is volgens René Smulders, chef van het coldcaseteam Den Haag en ook aangeschoven bij het gesprek op het Utrechtse politiebureau, „onvoorstelbaar” wat getuigen van een ernstig misdrijf soms jaren later nog weten. „In Den Haag werd de Israëlische Miriam Sharon 26 jaar geleden vermoord voor de ogen van haar dochter, die destijds 7 jaar was. Eindelijk zit door onderzoek van ons team een verdachte vast. De dochter heeft alles zien gebeuren en weet dat exact te beschrijven.”
Losse eindjes
Rechercheurs van coldcaseteams bekijken met een frisse blik oude dossiers. Smulders: „Eerst digitaliseren we alle documenten, van kladjes tot foto’s. Daarna worden alle gegevens minutieus bekeken door het team van ervaren rechercheurs, forensische onderzoekers en specialisten zoals ict-experts die vanuit een andere beroepsgroep bij de politie zijn komen werken. Zij zoeken naar losse eindjes en mogelijkheden om bepaalde sporen, zoals DNA-materiaal, opnieuw te onderzoeken.”
Nieuwe forensische opsporingstechnieken maken de kans dat onopgeloste misdrijven na jaren toch nog worden opgehelderd steeds groter. Smulders: „Zo kunnen we de plek waar de moord is gepleegd op basis van oude foto’s en met behulp van 3D-technieken reconstrueren.”
Daarnaast bieden nieuwe technieken voor onderzoek van DNA steeds meer mogelijkheden. „Vroeger had je een bloedspat ter grootte van een 2 euromunt nodig om DNA-materiaal te kunnen onderzoeken”, aldus Perlot. „Met nanotechnieken is het mogelijk om minuscule, niet met het oog waarneembare DNA-cellen te detecteren, te vermeerderen en er vervolgens een volledig DNA-profiel van te maken. Zo kunnen we mogelijk nog sporen op geurdoekjes gebruiken.”
Tot 2006 zette de recherche bij onderzoek naar zware misdrijven deze zogeheten geurdoekjes in. Lapjes van katoen werden op bijvoorbeeld een moordwapen of het stuur van een vluchtauto gelegd. Een speciaal afgerichte hond kon dan bij een zogeheten geurproef het moordwapen of de auto koppelen aan een verdachte. De methode werd na 2006 verboden na fouten met geurproeven. De doekjes zijn er echter nog en kunnen mogelijk dienen als bron van DNA-materiaal dat met behulp van nanotechnologie wordt verkregen.
Rijbewijs
Bij het doorworstelen van oude dossiers kijken de rechercheurs ook naar eventuele veranderde relaties. „Iemand kan na jaren zwijgen mogelijk toch willen praten”, zegt Perlot. „We hebben een oude moordzaak gehad waarbij de ex van een verdachte aan ons opbiechtte dat ze destijds in de jaszakken van haar partner een rijbewijs van een onbekende man had gevonden. Haar toenmalige echtgenoot had gezegd dat hij het document op straat had gevonden en zij had er verder geen lastige vragen over gesteld. Na een tv-uitzending van deze cold case bij Opsporing Verzocht meldde ze zich alsnog bij ons. De verdachte zit nu vast.”
Voor nabestaanden van slachtoffers van onopgeloste ernstige misdrijven kan het confronterend zijn dat de politie na jaren weer een onderzoek start. Perlot beaamt dat, maar zegt dat nabestaanden vanaf de eerste dag van het onderzoek op de hoogte worden gehouden. „In de zaak van de ex en het gevonden rijbewijs verklaarde de dochter van het slachtoffer dat de sluier die al die tijd over haar leven had gehangen, weg was. Ze weet nu wat er met haar vader is gebeurd.”
Blijdschap
De blijdschap bij de politie en nabestaanden als een oude zaak alsnog wordt opgelost is groot, weet Smulders. „In ons onderzoek in Thailand en Maleisië naar de verdwenen en vermoorde Rose Sulaiman stond haar moeder ons team op de vroege ochtend op te wachten in de Maleisische jungle. Nog steeds hebben we regelmatig contact met haar over het verloop van het onderzoek naar de dood van haar dochter. Ze heeft vanaf dag 1 van de vermissing alles bijgehouden. Aantekeningen die voor het onderzoek zeer nuttig zijn.”
Hoe kijken oudere, ervaren rechercheurs aan tegen cold cases waarover zij zich jarenlang het hoofd braken en die nu alsnog worden opgelost door soms jonge, minder ervaren collega’s? „Coldcaseteams kijken met een nieuwe, frisse blik naar zaken van soms jarenlang geleden, in een andere tijd, onder andere omstandigheden en met veel minder mogelijkheden dan nu”, aldus Smulders. „Ik geloof dat de recherche van destijds keihard heeft gewerkt. Maar onderzoeken zijn tegenwoordig grondiger door nieuwe mogelijkheden.”
Perlot: „Op oude foto’s van de plaats delict zie je soms acht collega’s om het lichaam in een bos staan. De plaats delict wordt tegenwoordig veel beter afgeschermd, waardoor sporen minder snel worden verstoord.”
Smulders: „Ik heb foto’s gezien waarbij een rechercheur naast een lichaam stond te bellen, met een sigaret tussen zijn vingers. Dat is tegenwoordig ondenkbaar.”
Europese moordbank
Smulders en Perlot zijn medeverantwoordelijk voor een overkoepelende aanpak van cold cases in Nederland. „Vroeger hield de samenwerking tussen de politieregio’s op bij de grenzen van de diverse gebieden. Op het intranet van de politie is een besloten deel waarop de coldcaseteams informatie en aanwijzingen kunnen uitwisselen. Elke eenheid heeft een eigen officier van justitie die zich bezighoudt met onopgeloste zaken. Eén keer per jaar zitten we met alle officieren aan tafel, drie keer per jaar met alle tien teamleiders.”
Smulders en zijn collega bereiden momenteel een internationaal congres over cold cases voor. „Dat congres, waarbij in elk geval alle Europollanden aanwezig zijn, komt er naar verwachting nog dit jaar.”
Zijn collega Perlot zegt dat er in het buitenland veel interesse is in de Nederlandse aanpak van onopgeloste ernstige misdrijven. „Noorwegen, Spanje, Duitsland, België en Frankrijk hebben al belangstelling getoond. Een moordenaar houdt meestal niet op bij de grens.”
Het internationale coldcasecongres moet volgens Smulders leiden tot een digitale Europese moordbank met daarin alle onopgeloste ernstige misdrijven. „Zo kan Noorwegen onopgeloste zaken met ons delen en wij met de Noren. Als elke cold case in Europa dertig specifieke kenmerken krijgt en je brengt die samen in een centrale databank, kun je misdrijven in diverse landen heel snel naast elkaar leggen en met elkaar vergelijken. Zo’n databank kan een hit opleveren en zelfs seriemoordenaars ontmaskeren.”
Smulders geeft een voorbeeld: „In Nederland hebben we onopgeloste kindermoorden, evenals in België, Oostenrijk, Duitsland en andere Europese landen. Stel dat uit de vastgelegde kenmerken blijkt dat de moorden opvallende overeenkomsten vertonen, dan kan het computersysteem verbanden leggen. Het kan ook zijn dat bij oude onopgeloste misdrijven in diverse Europese landen steeds eenzelfde signalement van een mogelijke verdachte opduikt of dat DNA-materiaal overeenkomt. Dat biedt nieuwe perspectieven.”
Succes in internationale cold case
De van oorsprong Maleisische Rose Sulaiman is tot op het moment van haar verdwijning in 2007 getrouwd met een Nederlandse man. Ze wonen met hun zoontje in Thailand. Het laatste levensteken van Sulaiman is een telefoongesprek dat ze heeft met haar moeder in Maleisië.
De man van Sulaiman vertrekt ongeveer een maand na de verdwijning uit Thailand en komt uiteindelijk terecht in Nederland. Het lichaam van Sulaiman wordt op 10 oktober 2008 aangetroffen in een beerput naast de voormalige woning van het stel in Ranong.
In 2015 krijgt Nederland het verzoek van de Thaise autoriteiten om het onderzoek over te nemen. Het coldcaseteam van de politie Den Haag zet zijn tanden in het dossier. In mei vorig jaar reist René Smulders met tien man, onder wie onderzoekers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), af naar Maleisië om het lichaam van de in 2008 vermoorde Sulaiman op te graven voor onderzoek. Ook doen ze onderzoek in de put in Thailand en worden getuigen gehoord.
Het coldcaseteam bereikt een doorbraak. Begin november vorig jaar arresteert de politie verdachte Bert den D. (46), de voormalige echtgenoot van Sulaiman, in zijn woonplaats Benthuizen. De man zit vast.