Het ambtenarenfonds ABP treedt pas volgende week met een bericht naar buiten, maar ook daar lijkt de financiële situatie voldoende te zijn verbeterd.

Bij de fondsen dreigden eerder dit jaar nog ingrepen omdat hun financiële situatie zich rond een kritiek niveau bevond. Maar de laatste weken zijn er in de finan­ciële wereld ontwikkelingen geweest waardoor zij er nu beter voor staan.

Zo is de rente op de kapitaalmarkt licht gestegen. Verder was er sprake van gunstige omstandig­heden op de aandelenmarkten, waarbij bijvoorbeeld de AEX-
index in Amsterdam klom naar het hoogste niveau van 2016 en op Wall Street de Dow-Jonesindex het ene na het andere record boekte. Deze beide ontwikkelingen hielden verband met de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten. Beleggers rekenen erop dat de nieuwe Amerikaanse regering meer gaat investeren in de infrastructuur en daarmee de economische groei en de inflatie omhoogduwt.

PFZW, PME en PMT komen pas in de loop van volgende maand met definitieve cijfers naar buiten, maar ze zijn er nu al zeker van dat deze ruim boven de daarvoor gestelde ondergrenzen zitten. Het ABP wil nog even wachten met een mededeling, tot de eerste raming van de zogeheten dekkingsgraad op peildatum 31 december binnen is. Het ABP leek eind november echter al uit de gevarenzone te zijn geraakt. De dekkingsgraad was toen al aanzienlijk verbeterd.

Een en ander betekent niet dat de lastige periode voor de pensioen­sector meteen voorbij is, benadrukte onder anderen voorzitter Eric Uijen van het PME vrijdag. „Onze dekkingsgraad is nog steeds onder de 105 procent, dus we zitten nog steeds in een herstel­periode. Ook de komende jaren blijft het daardoor spannend.”

Of het voor fondsen nodig is om in de wat verdere toekomst te snijden in de pensioenen en de pensioen­opbouw wordt pas eind volgend jaar beoordeeld.