Onwetend engelen in huis
Nog voordat ze verkering hadden, wisten Filip en Adriana Uijl van elkaar dat ze een ‘open huis’ belangrijk vonden. Nu ze getrouwd zijn en twee kinderen hebben, zijn ze nog steeds graag gastvrij. „Ons huis is jouw huis, zeggen we altijd. Maar als een gast zelf de koelkast opentrekt –wat weleens is gebeurd– moet ik wel even slikken.”
Herbergzaamheid mag niet worden vergeten, aldus de schrijver van de Hebreeënbrief. In het Oude Testament geven Abraham en Lot het goede voorbeeld. Zij werden daarbij verrassend gezegend.
Toch is de Nederlandse context heel anders dan de oosterse cultuur. Ook vraagt een opgroeiend gezin tijd en aandacht. Is er een juiste balans tussen gastvrijheid en tijd voor het eigen gezin? Wanneer is het goed om een pas op de plaats te maken? En wanneer maak je juist „de plaats van je tent wijd?” Filip (33) en Adriana (31) Uijl uit Bodegraven delen hun overwegingen.
Adriana vertelt dat ze als kind gerust om halfzes een vriendinnetje kon uitnodigen voor de avondmaaltijd. Ook als het meisje wilde blijven logeren, vond Adriana’s moeder dat goed. „Als je zelf opgegroeid bent in zo’n warm en veilig nest, gun je dat ook graag aan anderen. En juist aan mensen die een minder stabiele thuisbasis hebben.”
Adriana heeft daarom nu om de week op woensdagmiddag een meisje uit hun kerk over de vloer bij wie thuis veel ziekte is.
Altijd ruimte
Filip herinnert zich hoe er in het grote gezin waarin hij opgroeide altijd ruimte was voor Russische evangelisten die bleven slapen. Dat voorbeeld volgt hij samen met Adriana graag na. „Wat je aan mijn broeders hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan. We doen het als voor de Heere”, zo geeft hij zijn motivatie weer.
Voor Filip en Adriana betekent dit dat ze door Filips werk bij Friedensstimme, een stichting die Russische evangelisten ondersteunt, regelmatig Russische gasten te logeren hebben.
Voorafgaand aan de ontmoetingsdag van Friedensstimme verblijven de Russen altijd twee weken in Nederland. Ze geven dan presentaties op scholen en in kerken. De nachten brengen ze door bij Filip en Adriana.
Het Bodegraafse echtpaar ervaart de weken dat de Russische evangelisten bij hen logeren als mooi. Tegelijk is het soms ook slopend. Adriana: „Vaak komen Filip en de gasten om elf of twaalf uur thuis. Ze hebben dan nog trek in thee met cake of in kroketten. De volgende morgen moeten ze weer vroeg op voor een presentatie op een school of vereniging.”
In deze weken spreken Filip en de gasten steeds Russisch. „Ik ben druk met het zorgen voor de gasten en onze kinderen, Markus van 3 en Elizabeth van 2. We leven dan dus behoorlijk langs elkaar heen.”
Vreugde
Toch voert voor het Bodegraafse echtpaar de vreugde van het ontvangen van gasten de boventoon. Filip: „Het is heerlijk om ze te verwennen. Wij slapen zelf in die weken op zolder, zodat zo’n evangelistenechtpaar ons bed kan gebruiken. Overigens worden we daartoe geïnspireerd door henzelf. Als ik voor Friedensstimme in Rusland ben, kruipen de mensen bij wie we slapen zelf in een stapelbed en gebruiken de gasten de echtelijke slaapkamer.”
Adriana was heel dankbaar dat toen hun oudste zoontje Markus net geboren was evangelist Hamm en zijn vrouw een nacht bij hen kwamen slapen. „Ik vond zo’n pasgeboren baby best pittig. Lena Hamm heeft met Markus op de arm gelopen. En het was een voorrecht om Vladimir Hamm in huis te hebben. Die man leeft zo dicht bij de Heere.”
Eer
Bij een andere logé nodigde het echtpaar tijdens een avond veel familie en vrienden uit, zodat ook zij hem konden ontmoeten. Filip: „Het voelt haast als een eer dat je de verschillende evangelisten beter leert kennen. We hebben misschien, terwijl we het niet wisten, engelen in huis geherbergd.”
Na twee drukke weken met de Russische gasten nemen Filip en Adriana altijd „met veel vrijmoedigheid” een week vakantie met hun eigen gezin. „We zijn dan echt weer blij met elkaar”, zegt Adriana. Filip: „Een gast geeft dubbele vreugde. Eerst bij het komen, dan bij het gaan. Maar ons zoontje Markus vraagt altijd wel: „Waar zijn ze nou?””
Moeilijke situatie
Naast de logeerpartijen van de Russen hebben Filip en Adriana ook vrienden als gast of mensen op bezoek of te logeren die een moeilijke thuissituatie hebben. Filip: „Het is niet altijd zo dat mensen zomaar bij ons komen aanwaaien. In eerste instantie wilden wij voor onze buren klaarstaan, maar die hadden ons toen helemaal niet zo nodig. Daarom bidden we ook: „Heere, wilt U ons mensen geven in nood voor wie we iets kunnen doen?” En dan komen ze ook. Afgelopen zomer hadden we zo nog twee mensen die op zo’n gebed op ons pad kwamen. Dan zie je ook dat God Zich ermee bemoeit.”
Wanneer Filip en Adriana iets lezen over pleegzorg, voelen ze zich altijd aangesproken. Adriana: „Ik denk daar vaak over na. Maar tegelijk: Hoe stabiel ben je, en hoe stabiel is je gezin? Van tevoren kun je je keuzes niet altijd goed overzien”, aarzelt ze. Filip: „Het is dan meteen zo geformaliseerd. En het is voor langere tijd. Ik zou bang zijn dat, als ik me ergens over zorgen zou maken, zo’n kind daar toch signalen van zou opvangen. Terwijl het juist zo kwetsbaar is. Maar wellicht dat bijvoorbeeld crisisopvang, waarbij je met kortere termijnen te maken hebt, wel iets voor ons zou zijn.”
De gastvrijheid die Adriana en Filip nu al verlenen, wordt vaak erg op prijs gesteld. Filip: „Pas kregen we een bedankbrief van iemand die hier een aantal weken had gelogeerd. Hij was blij dat hij met mij vragen had kunnen bespreken over God en over de kerk. En hij schreef ook dat hij de moederlijke zorg van Adriana waardeerde. Dat deed ons goed.”
„Gastvrijheid is voor elk gezin mogelijk”
Het is goed dat christenouders hun kinderen voorleven in gastvrijheid, vindt psychologe Jantine Krijgsman-Jordaan, werkzaam bij Psychologenpraktijk Brouwer in Ridderkerk. „Zij laten hun daarmee zien hoe ze hun christen-zijn praktisch invullen.”
Krijgsman merkt op dat in de Bijbel christenen tot gastvrijheid worden aangespoord. „In Romeinen 12 staat: „Tracht naar herbergzaamheid.” Dat betekent dus dat herbergzaamheid niet iets is wat we vanzelfsprekend in ons hebben. Zeker in de Nederlandse cultuur is gastvrijheid niet zo ingebed. We moeten ons erin trainen. Het is soms iets waar we onszelf voor moeten opofferen.”
Tegelijk is het belangrijk om te kijken naar de draagkracht van het gezin. Wanneer een gezinslid bijvoorbeeld autisme heeft of als er andere problemen zijn, vindt Krijgsman het belangrijk een pas op de plaats te maken. „Kijk goed of de gastvrijheid voor sommige gezinsleden niet te belastend wordt. Zeker structurele opvang, zoals pleegzorg, is in veel gezinnen niet mogelijk. De zorg en aandacht voor de eigen kinderen mag niet in de verdrukking komen doordat er te veel tijd en aandacht naar gasten gaat.”
Krijgsman wil echter vasthouden aan de Bijbelse, positieve waardering voor het herbergen van vreemdelingen. „Het is ook leuk. Kinderen vinden het vaak gezellig om gasten over de vloer te hebben. Dat kan ook voor jezelf zegenrijk zijn. En als het misschien moeilijk is om op dit moment ruim invulling aan gastvrijheid te geven, ook iemand op de koffie uitnodigen is iets kleins wat voor de ander van grote betekenis kan zijn.”