Vissers mogen in 2017 meer tong vangen
Het gaat zo goed met de tong in de Noordzee dat Nederlandse vissers daarom volgend jaar 15 procent meer van deze vis mogen vangen. Vorig jaar ging het quotum voor tong al met 10 procent omhoog.
Ook mogen de vissers in 2017 meer tarbot en griet (beide plus 10 procent), kabeljauw (5 procent), rog
(5 procent) en makreel (14 procent) vangen. Het quotum voor onder meer schol blijft op het niveau van dit jaar. Voor zeebaars worden de vangstmogelijkheden drastisch beperkt. Dat zijn de belangrijkste resultaten van de onderhandelingen over de visquota, waarover de EU-lidstaten en de Europese Commissie afgelopen nacht in Brussel een akkoord hebben bereikt.
Nederland heeft samen met België en Duitsland gepleit voor het op elkaar afstemmen van de quota voor doelsoorten (zoals tong en schol) en bijvangst zoals tarbot, griet en rog. Van die laatste soorten werden de quota de afgelopen jaren steeds verlaagd bij gebrek aan wetenschappelijke gegevens, terwijl vissers er juist meer van in hun netten bovenhaalden. Dit jaar moesten tarbot en griet in grote hoeveelheden weer overboord.
De visserijministers hebben afgesproken dat de vangstmogelijkheden van die twee soorten in de loop van volgend jaar tussentijds opgehoogd kunnen worden, afhankelijk van de uitkomst van nader onderzoek naar de bestanden ervan.
Schepen met sleepnetten mogen volgend jaar maximaal 400 kilo zeebaars per maand vangen. Dat was 1000 kilo.
Staatssecretaris Van Dam is tevreden, liet hij vanmorgen weten. „Nu het goed gaat met de vis in de Noordzee is er voor Nederlandse vissers ruimte om meer te vangen en dus ook meer te verdienen.” Directeur Pim Visser van VisNed, de brancheorganisatie van kottervissers, is eveneens tevreden. „Van Dam met zijn team heeft de belangen van de Nederlandse visserijsector succesvol behartigd.”