Sneek: van ondergrondse naar bovengrondse kerk
Toen Luther in 1517 zijn 95 stellingen bekendmaakte waren er in Friesland weinig mensen die zich daarover opwonden. Maar een halve eeuw later werd in Sneek de eerste gereformeerde preek gehouden.
Wat ging eraan vooraf?
Begin 16e eeuw woonde een groot deel van de bijna 80.000 Friezen in de bekende elf steden; het platteland was tamelijk dunbevolkt. Het gewest telde zo’n vijftig kloosters, die meestal een positieve bijdrage leverden aan hun omgeving. Toch had men te maken met godsdienstige oppervlakkigheid: veel vertoon van religiositeit aan de buitenkant. Het was ook hier de vraag hoe diep het Evangelie van Christus was doorgedrongen in de zielen van deze noorderlingen.
De bovenlaag van de Friese bevolking was vrij goed op de hoogte van nieuwe religieuze bewegingen in de Lage Landen. De vroomheid van de moderne devotie nam een prominente plaats in. De stokoud geworden Thomas a Kempis (1379-1471) kende men van zijn boekje ”De navolging van Christus”. Dat sprak de gelovigen wel aan – daar moest meer over gesproken worden. Waren het voortekenen van de Hervorming? Of zou men kiezen voor het christelijk humanisme van Erasmus, die in 1516 gezorgd had voor een nieuwe editie van het Nieuwe Testament?
In 1517 waren er in Friesland weinig mensen die zich over Luthers stellingen opwonden. Dr. J. J. Woltjer legt in zijn boek ”Friesland in Hervormingstijd” een notitie uit 1519 vast: „In dese tijdt rees een man, ghenaempt Marthinus Luetther, uyt Hoeghduetschlandt, diewelcke begonde te schryven tegens de afflaeten ende pauselijke macht, daer aff veel ruemoers was.” De Friezen konden eraan toevoegen: ”voor kennisgeving aangenomen”.
Maar dat werd anders toen de berichten binnensijpelden dat diezelfde monnik in 1521 door paus Leo X was geëxcommuniceerd en voor keizer Karel V moest verschijnen. Er gingen pamfletten rond die aandacht vroegen voor dwalingen en andere misstanden in de kerk. Luther kwam op voor een reële boetedoening en een Bijbelse visie op de gerechtigheid van God in Christus.
Hoe kreeg de Reformatie in Sneek gestalte?
In de jaren 30 van de zestiende eeuw veroorzaakten revolutionaire wederdopers veel ellende in Friesland, ook in de omgeving van Sneek. Maar de doopsgezinde Menno Simons koos een vreedzame weg. In 1566 begon de calvinistische Reformatie echt merkbaar te worden: toen hield de in het Friese Oosterzee geboren, maar nu in Oost-Friesland dienende ds. Menso Poppius de eerste gereformeerde preek in de van beelden gezuiverde Martinikerk.
Poppius was ooit begonnen als priester, maar in de jaren 40 hield hij in Bozum preken in reformatorische geest. Daarop werd hij veroordeeld en verbannen uit Friesland. In 1566 waagde hij zich in Sneek. Na zijn preek in de Martinikerk keerde hij terug naar Oost-Friesland, waar hij als predikant een volgeling werd van Calvijn. Vervolging en oorlog bepaalden nog jaren het gebeuren in de Friese contreien.
De eerste tien jaren van de Opstand tegen Spanje maakten het moeilijk om gereformeerde kerken te vormen. Maar toen omstreeks 1578 in Friesland de militaire macht van de opstandelingen duidelijk toenam, ontstond er ook in Sneek een nieuwe gemeente – van ondergronds naar bovengronds. De gereformeerden kregen in 1580 de beschikking over de Martinikerk.
De nieuwe Friese overheid beschermde de nieuwe gemeenten. Op 31 maart 1580 bepaalden de Gedeputeerde Staten dat het voortaan verboden was om rooms-katholieke kerkdiensten te houden. De ”paapse ceremoniën” hadden hun tijd gehad. De geestelijkheid verloor haar posities, al konden priesters via een examen wel toegelaten worden tot dienst in de gereformeerde kerk. Alle kerkelijke onroerende goederen kwamen in handen van de overheid.
Voor de nieuwe kerkelijke orde was ook de overheidsbepaling van belang dat men de ”heiliging van de sabbat” serieus moest nemen en dat allerlei volksspelen werden verboden.
Hoe groot was de gemeente in de beginjaren?
In 1578 telde de gemeente van Sneek al 177 lidmaten (belijdende leden). Dat aantal groeide fors: veertig jaar later waren het er 524. En in 1655 waren er 1182 gereformeerde lidmaten te vinden. Rekenen we de doopleden mee, dan is meer dan de helft van Sneek gereformeerd geworden. Een groot wonder.
Wie was de eerste predikant?
De (vermoedelijk) eerste predikant die in Sneek diende was ds. Sixtus Rippertus –in het Fries Sikke Ripperda–, verbonden aan de kerk van Bolsward. Hij vertrok kort daarna naar Franeker.
Hoe ontwikkelde de gemeente zich verder?
Als opvolger kreeg Sneek ds. Adriaan Simonszoon Hagius (1580); een jaar later kwam ds. Johannes Roukes. In dat jaar stelde de Sneker kerkenraad een tweede predikantsplaats in, waarschijnlijk ingegeven door de wens om behalve de roomse, vooral ook de doperse invloeden beter tegen te kunnen gaan. De lijst van predikanten vermeldt als vierde de naam van Johannes Bogerman (sr.), die vanuit Oost-Friesland was teruggekeerd naar zijn geboorteregio. Hij is de vader van Johannes junior, die we kennen als voorzitter van de Dordtse synode. Ook Johannes Bogerman jr. is enige tijd predikant geweest in Sneek. Hij kreeg toen al bekendheid door zijn voortdurende bestrijding van de dopers. Later zou hij als ”de hamer der arminianen” vooral de remonstranten bestrijden.
Dit is deel 4 in de serie Reformatie in de Nederlanden. Op 27 december deel 5: Polsbroek.