Khadija Arib wil door als voorzitter van de Tweede Kamer
Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib wil opnieuw de Tweede Kamer in en daar het liefst voorzitter blijven. In De Telegraaf zegt ze dat ze het werk nog steeds leuk vindt en eervol om te doen. Arib zit voor de PvdA al sinds 1998 in de Kamer en is sinds begin 2016 voorzitter. In maart zijn er landelijke verkiezingen.
De 60-jarige Arib zegt dat ze het voelt „als mijn maatschappelijke plicht om als voorzitter door te gaan en weer op de lijst van de PvdA te gaan. Continuïteit, stabiliteit en ervaring is belangrijk in de Kamer en zeker ook voor het Kamervoorzitterschap.” Arib is de eerste voorzitter van Marokkaanse komaf en met een dubbele nationaliteit. Ze volgde VVD’er Anouchka van Miltenburg op, die eind 2015 aftrad na fikse kritiek op haar functioneren.
Als Arib door de nieuwe Tweede Kamer niet wordt herkozen tot voorzitter, gaat ze verder als Kamerlid. „Als ik geen Kamervoorzitter word, dan zie ik dat dan wel. Maar als je in de Kamer wordt gekozen, moet je ook gewoon in de Kamer gaan zitten. Dat is gewoon zo.” Arib leverde altijd kritiek op Kamerleden die tussentijds uit het parlement vertrokken voor een baan elders.
De PvdA is blij dat Arib weer op de lijst wil. PvdA-leider Lodewijk Asscher twittert dat hij „trots is op Arib, Kamervoorzitter van alle Nederlanders. Heel fijn dat ze zich wil blijven inzetten voor ons land en onze democratie!”
Bij de vorige verkiezingen in 2017 stond Arib op plek 2 van de PvdA-lijst. De PvdA wil niet zeggen waar zij nu komt. Dat is aan het partijbestuur en dat komt eind november met de lijst, zegt een woordvoerder.
Bij eerdere verkiezingen stond Arib, die onder meer de zorgsector in haar portefeuille had, veel lager op de lijst. Op partijcongressen wist zij met steun van de PvdA-leden toch een hogere notering te bemachtigen.