Knops: Aruba was failliet gegaan als Nederland nu niet zou helpen
Nederland en Aruba hebben vrijdagmiddag in Den Haag een akkoord ondertekend voor nieuwe liquiditeitssteun en voor het gezamenlijk doorvoeren van hervormingen op het eiland. Staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties is blij met de overeenkomst, maar zei tegelijkertijd dat het hard nodig is. „Als Nederland Aruba niet zou hebben geholpen, dan was Aruba nu failliet geweest.”
Tot het eind van het jaar geeft Nederland 209 miljoen Arubaanse florin (105 miljoen euro) aan financiële steun. Aruba sluit zich aan bij een nog op te richten Caribisch orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO). Met Curaçao ondertekende Nederland op 2 november al een vergelijkbaar akkoord, dat land sluit zich ook aan bij het COHO. Via het orgaan moeten er structurele hervormingen worden doorgevoerd in onder meer het onderwijs, het bestuur, justitie en de economie van de Caribische landen.
Knops benadrukte het belang van die hervormingen. „Aruba heeft een veel te hoge overheidsschuld voor een klein land. Er is geen alternatief. We moeten hervormingen doorvoeren. En we moeten besluiten nemen.”
Er is sinds juli over het akkoord onderhandeld. Minister-president van Aruba Evelyn Wever-Croes zei heel blij te zijn met de overeenkomst. „Het betekent een nieuwe etappe van hervorming, herbouw en ontwikkeling van ons land.” Volgens haar is het land zwaar getroffen door de corona-crisis. „We kunnen zonder hulp niet uit het dal komen. Daarom zijn we Nederland erkentelijk en dankbaar voor de hulp.”
Eerder vond Aruba dat de voorstellen van Nederland de autonomie van het eiland te veel zouden aantasten. Volgens Wever-Croes is er in de afgelopen maanden veel aangepast op dat gebied in het akkoord en zijn er wat haar betreft geen bezwaren meer. Knops benadrukte dat er door de coronacrisis eigenlijk nauwelijks nog sprake was van autonomie, omdat Aruba geen geld meer had om de eigen rekeningen te betalen. Volgens hem zijn de problemen op het eiland groot. „Maar als er nu hervormingen worden doorgevoerd, zie ik de toekomst positief in.”