Hoe vijf Nederlanders tweede golf beleven
Nederland worstelt in deze donkere maanden met de tweede coronagolf. Een verpleegkundige, burgemeester, restauranthouder, jongerenwerker en leerkracht doen verslag van hun ervaringen.
„Mijn telefoon staat dag en nacht aan”
Carlijn van Nieuwkoop uit Reeuwijk, werkzaam in Krimpen aan den IJssel bij thuiszorgorganisatie Agathos, onderdeel van Lelie zorggroep:
„Ik merk dat ouderen meer aan eenzaamheid lijden dan aan angst voor het coronavirus. Maandag bezocht ik een vrouw die ik help bij het douchen. Ze bedankte me voor het praatje dat ik met haar maakte.
Ik ben tijdens deze tweede coronagolf vaak de enige persoon die cliënten op een dag op bezoek krijgen. Zelfs ouderen met corona vinden de eenzaamheid vaak het grootste probleem. „Ik zou zo graag naar buiten willen”, zeggen ze. Angst voor een dodelijke afloop zit vooral bij mantelzorgers, minder bij oudere zieken zelf.
Tussen de eerste en tweede golf ben ik binnen Agathos van baan veranderd. Eerst werkte ik als wijkverpleegkundige in Gouda, nu werk ik, deels als leidinggevende, in Krimpen aan den IJssel. De tweede golf brengt voor mij veel meer drukte en stress met zich mee dan de eerste golf. Mijn telefoon staat dag en nacht aan. Krimpen telt nogal wat besmettingen, zeker ook in reformatorische kring. Daar is het vaak ons kent ons.
Binnen ons team zijn zes van de dertig medewerkers positief getest. Ze liepen de besmetting waarschijnlijk op in de privésfeer. Gelukkig hebben ze voor zover bekend geen cliënten besmet. Mijn taak is onder meer om gaten in roosters op te vullen. Op dit moment hebben onze ongeveer honderd vaste cliënten voor zover wij weten geen corona.
Aan het begin van de tweede golf kregen we via een huisarts een vijftal tijdelijke cliënten met corona onder onze hoede. We hielden onder meer het zuurstofgehalte in het bloed en de hoogte van de koorts in de gaten. Sommigen van hen hadden totaal geen fut meer.
Ik ervaar nogal wat verschillen tussen de eerste en tweede golf. In het voorjaar was het in Gouda veel stiller op straat dan nu in Krimpen aan den IJssel. Tijdens de eerste golf was het behelpen met beschermingsmiddelen. We droegen stoffen mondkapjes, gemaakt door een team van vrijwilligers. Nu beschikken we gelukkig over voldoende medische mondkapjes.”
„Jongeren klagen over vuurwerkverbod”
Bart van ’t Ende, kerkelijk jongerenwerker in de hervormde gemeente van Genemuiden:
„Sinds vorige week zijn de coronaregels binnen onze kerkelijk gemeente aangescherpt. Vergaderingen van mannen- en vrouwenverenigingen gaan voorlopig niet door. Voor het jeugdwerk maken we een uitzondering. Zo gaat catechese wel door. Ons jeugdpastoraal team gaat nog steeds bij jongeren thuis op bezoek, binnen de RIVM-richtlijnen. Juist in deze tijd moeten jongeren hun ei kwijt kunnen.
Ik hoor jongeren er niet over dat de bibliotheek nu dicht is. Wel klagen ze erover dat de overheid voor de jaarwisseling waarschijnlijk een vuurwerkverbod afkondigt. Dat jongeren geen vuurwerk mogen afsteken, ontneemt ze veel plezier.
Van jongens van een jaar of dertien hoor ik rebelse geluiden. „Ik ritsel wel wat en ga me niet aan zo’n verbod houden.”
Oudere tieners zijn nogal eens neerslachtig. Omdat ze niet veel perspectief zien. „Ik mag ook helemaal niks meer”, klinkt het dan. „Ik ben nu wel eens op mijn eigen familie uitgekeken”, zei een meisje met een glimlach.
Jongeren zijn doorgaans niet erg feit-gericht. Ze volgen de dagelijkse cijfers over coronabesmettingen niet zo, is mijn indruk. Ze reageren veel meer vanuit hun eigen ervaringen. Zo verbazen ze zich over de tegenstrijdigheid die ze denken te zien in het coronabeleid. „Ik mag wel met een mondkapje op in een bus zitten met veertig man en met een grote groep op het schoolplein lopen, maar thuis mijn verjaardag met een groepje vieren is weer niet toegestaan. Dat vind ik dom”, zo redeneren ze.
Tijdens een catechisatieles stelde ik de vraag of er een verband is tussen de pandemie en het geloof. Jongens en meiden van pakweg 12 jaar zijn niet zo bezig met die vraag. „Die ziekte komt uit China. Daar is verder niets aan te doen”, reageren ze.
Oudere tieners redeneren vaak anders. Zo zei een jongen: „Door corona raken de kerken leger en neemt het geloof af.” Een meisje stelde juist: „Ik vertrouw in deze crisistijd meer op God.””
„Fijn om weer in de keuken te staan”
Gerard Visser, runt samen met zijn vrouw Klara visrestaurant Hameeteman in Ouddorp:
„In de eerste golf was ons restaurant een paar maanden helemaal gesloten. Maar tijdens de tweede golf bieden we takeaway, een afhaalservice. Sinds ongeveer een maand kunnen klanten van donderdag tot en met zaterdag vanaf een uur of vijf warme gerechten ophalen. Ze dienen met pin te betalen. Van tevoren bellen mensen hun bestellingen door. We maken tijdsloten. Per kwartier laten we een beperkt aantal klanten toe. Zo voorkomen we dat het te druk wordt in het restaurant.
De afhaalservice loopt goed. Zeker op zaterdag zitten we helemaal vol. Dan komen er ongeveer 35 klanten langs. Vaak zijn het vaste gasten. Ze zijn afgelopen maand al een keer of drie langs geweest. Pas nog kwamen zes mensen uit Hellevoetsluis naar ons visrestaurant. Dat is 25 minuten rijden naar Ouddorp.
Bij het afhalen van de maaltijden maken mensen een praatje. Fijn is dat. Ze steken ons een hart onder de riem. „Hoe is het, Gerard? Hoe is het om je restaurant maandenlang te moeten sluiten?”
We bieden driegangenmenu’s. De voorgerechten ”aangezette tonijn” en de ”borrelbox” doen het goed. In die box zitten stukjes paling, zalm, garnalen en Spaanse ham, pata negra. Onder de hoofdgerechten loopt de tarbot goed. Een hardloper is ook het menu met vier soorten gamba, die garnalen zijn op verschillende wijze bereid. We hebben één dessert: witte chocoladeparfait.
De menu’s worden in speciale dozen verpakt. Ze kunnen de oven in. Zo kunnen mensen eerst rustig hun voorgerecht nuttigen en eten ze even later hun verwarmde hoofdgerecht op. Je hebt altijd mensen die geen vis lusten. Daarom leveren we één vleesgerecht: sukade bereid op grootmoeders wijze.
Samen met een andere kok en mijn vrouw regelen we de afhaalservice. Het is fijn om weer in de keuken te staan. Zoals ik daar al vijftig jaar actief ben. Verstand op nul en dan lekker buffelen. Ik begin ’s ochtends om 9 uur. Aardappelen koken, groente bereiden. Een goede voorbereiding is het halve werk.”
„Kinderlijk vertrouwen is mooi”
Erica van Elsäcker, juf in groep 4/5 van de reformatorische Petrus Datheenschool in Rotterdam:
„Zwemlessen konden afgelopen week niet doorgaan. De kinderen uit mijn groep nemen het zoals het is. In de tijd die vrijkwam, heb ik aandacht besteed aan schrijfles en aan enkele psalmen. De kinderen mochten tien minuten het schoolplein op. Dan hebben ze toch wat beweging.
Maandag vroeg ik tijdens een les sociale vaardigheden of de kinderen bang zijn voor het coronavirus. Aan het begin schudden veel kinderen hun hoofd.
Toch bleek dat onderhuids wel degelijk bezorgdheid leeft. Een meisje, dat in quarantaine had gezeten, vertelde dat ze bang was toen haar vader erg ziek werd door corona.
Na dat verhaal kwamen meer kinderen los. Ze vinden de coronapandemie toch een beetje eng. Ze zeggen dat het vervelend is dat ze niet bij opa en oma op visite kunnen.
Verder hoor ik dat kinderen de eerste golf spannender vonden dan de huidige. Als ze nu weer thuis les zouden moeten volgen, weten ze wat hen te wachten staat.
Mooi vind ik het kinderlijk vertrouwen. „De Heere zorgt toch voor alles”, zei iemand in de klas. Met de kinderen heb ik gesproken over een psalm waarin God een Schild wordt genoemd. Dan kan ik de link met de coronacrisis maken.
Gelukkig lijkt de tweede coronagolf over het hoogtepunt heen en hoeft de regio Rotterdam waarschijnlijk niet in lockdown. Dat lucht mensen op. Toch blijft de toekomst onzeker. Corona is nog niet voorbij.
Ik hoor in mijn kerkelijke kring berichten over nieuwe besmettingen. Het is mooi dat mensen in de kerk met elkaar meeleven. Bij één van de zieke gemeenteleden bracht ik onlangs een kleinigheidje langs.
Een vriendelijke buurvrouw zag dat en kwam naar me toe. Ze vroeg of de betreffende vrouw ziek was.
Toen ik dat bevestigde, reageerde ze in de trant van: „Dat dacht ik al, want er kwamen meer mensen wat langs brengen.”
„Ik moet 25 gezichten in de gaten houden”
Wilmien Haverkamp-Wenker, burgemeester van Tubbergen, tijdens tweede golf een van de gemeenten met hoogste besmettingscijfers:
„Het is fijn dat in Tubbergen de besmettingscijfers de laatste week terugliepen. Toch blijft het beeld grillig. We moeten voorzichtig blijven. Nu al overleggen we met allerlei sectoren, bijvoorbeeld de horeca, hoe we er samen voor kunnen zorgen dat we een derde piek vermijden. Met hulp van jonge raadsleden werkt de gemeente aan een voorlichtingscampagne voor jongeren. Hoe zorg je dat zij gemotiveerd blijven om voldoende afstand te houden? Van diverse kanten hoor ik dat jonge inwoners op dit moment niet samenkomen in keten. Onze agenten en buitengewoon opsporingsambtenaren hebben een lijst met adressen van keten en loodsen waar carnavalswagens worden opgebouwd. Daar rijden de handhavers langs en is controle. Of jongeren stiekem toch feestjes houden? Ik kan natuurlijk niet controleren wat mensen thuis doen, maar vertrouw erop dat onze inwoners de ernst van de situatie inzien. En er samen de schouders onder zetten om het aantal besmettingen terug te draaien.
Er zijn dagen dat ik niet in de auto stap en niet de fiets pak. Dan voer ik uitsluitend overleg via de computer. Raadsvergaderingen houden we digitaal. De griffier en ik komen dan naar het gemeentehuis. Van te voren spreken we af wie over een onderwerp het woord voert. Ik moet op het scherm 25 gezichten in de gaten houden. Dat valt niet mee, tijdens een fysieke raadsvergadering kun je natuurlijk veel beter schakelen met mensen. Ik mis de contacten in de wandelgangen. Een persoonlijk praatje maken doe je via videovergaderen niet gauw. Sommige gesprekken, waar lastige zaken aan bod komen, voer ik op het gemeentehuis. Denk aan een waarschuwingsgesprek met iemand die zich niet aan de coronamaatregelen houdt.
Mensen zijn het scherm en het netflixen soms zat. Mijn tip: Zorg dat het thuis gezellig is. Pak er een bordspel bij. Mijn man en ik spelen samen met onze twee kinderen, twintigers, soms mens-erger-je-niet. Samen lol maken.”
serie
Ervaringen in coronacrisis
Dit is het tweede deel van een logboek waarin vijf mensen over hun ervaringen tijdens de tweede coronagolf vertellen. Volgende week woensdag deel 3.