Column: Kristallnacht
Toen de hervormde predikant ds. C. W. Coolsma zijn mond weer eens niet kon houden en vanaf de kansel duidelijk zei waar het op stond, schreeuwde een kerkganger: „Dominee, wilt u wat langzamer spreken, de meneer naast me kan het zo gauw niet allemaal opschrijven.”
Wie was er in de oorlog nog te vertrouwen? De Amsterdamse predikant H. A. Visser herinnerde zich een collega van wie een van de ouderlingen graag eens vertrouwelijk met dominee wilde spreken. Hij liet er zich toe verleiden en werd kort daarna gearresteerd.
Het Historisch Documentatiecentrum van de VU publiceerde een lijst van zeker 400 predikanten die zich tijdens de oorlogsjaren inspanden om Joodse medeburgers uit Duitse handen te houden. Velen ontvingen later de Yad Vashempenning. Kerkelijk verzet resulteerde in veel gefusilleerden, gijzelaars en jacht op mensen.
Zondag, tijdens de herdenking van de Kristallnacht, beleed de scriba van Protestantse Kerk in Nederland, dr. De Reuver, schuld aan de Joodse gemeenschap. Er was met spanning naar uitgezien, vooral vanwege de „vooraankondiging” dat de voorlopers van de PKN mede een voedingsbodem hadden gelegd waarin „het zaad van antisemitisme en haat kon groeien.” Dat is nogal wat. De brochure die gelijktijdig verscheen, ”Erkenning en verantwoordelijkheid”, spreekt genuanceerder. Dat christenen een kwalijke rol speelden in de Kristallnachten, pogroms en concentratiekampen, is een feit. Kerkvaders, reformatoren en oudvaders houden evenmin schone handen.
Van het jaloers maken waar Romeinen 11:11 over spreekt, kwam weinig terecht. Terwijl wij alleen dankzij Israël deel hebben aan de Messias.
Antisemitisme lijkt vooral een Europese ziekte, die in de nazi-ideologie ook nog eens verweven raakt met de rassenleer. De Shoah kwam niet zomaar uit de lucht vallen.
Eerder schreef de Leidse predikant H. C. Touw over het kerkelijk protest in ”Het verzet der Hervormde Kerk.” Touw was een van de oprichters van de Luntersche kring, een groep theologen die de kerk aanzette tot principiële reacties op maatregelen van de bezetter en het kerkelijk verzet in de eerste oorlogsjaren coördineerde. Dat was niet eenvoudig. De scriba van de Hervormde Kerk, dr. Gravemijer, en zijn gereformeerde evenknie, mr. dr. Donner, betaalden hun anti-Duitse houding met gevangenschap.
Een reflectie op de rol van de kerk in oorlogstijd is goed, maar is het eigenlijk wel mogelijk ons in te leven in de situatie van toen? Dat is voor mij de grote vraag. Laten we vooral willen leren van het verleden.