Kabinet overweegt stichting die nieuwbouwwoningen opkoopt
Het kabinet maakt plannen om een stichting op te richten die nog te bouwen nieuwbouwwoningen opkoopt. Op die manier kunnen woningbouwprojecten doorgaan, ook als de vraag naar nieuwe woningen even wegvalt door de coronacrisis. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) meldt aan de Tweede Kamer dat ze nog niet zeker weet of ze tot zo’n ‘bouwgarantie’ zal besluiten.
De vraag naar woningen valt nu nog niet weg, merkt de bewindsvrouw op. Maar als dat door de coronacrisis wel zal gebeuren, moet dat geen effect hebben op de woningbouw. Door de groei van de bevolking zal het tekort aan woningen de komende tijd alleen maar groter worden. Het bouwen van nieuwe huizen kan alleen als er genoeg animo is. Als 70 procent van de nog te bouwen woningen is verkocht, kan de bouw van start. Als het ernaar uitziet dat dit niet gaat lukken, kan de stichting een ‘afnamegarantie’ geven van de te bouwen woningen die nog niet verkocht zijn, zodat het nieuwbouwproject wel van start kan.
De stichting koopt deze gebouwen met een korting en de projectontwikkelaar is de stichting een vergoeding verschuldigd. De projectontwikkelaar moet proberen deze woningen voor de bouw alsnog te verkopen. In het beste geval zijn alle huizen verkocht tegen de tijd dat ze zijn opgeleverd. Anders neemt de stichting de woningen over, en zal ze deze zelf verkopen. Het kan zijn dat ze aan een vastgoedbelegger of corporatie worden verkocht, valt in het conceptvoorstel te lezen. Mocht er geen vraag zijn naar de koopwoningen, dan kunnen ze voor vijf jaar verhuurd worden.
Als de stichting er komt, zal ze tijdelijk zijn. Uiterlijk vijf jaar nadat de laatste huizen met afnamegarantie zijn gebouwd, heeft de stichting geen woningen meer en wordt ontbonden.
Ollongren laat de plannen voor zo’n stichting nog verder uitwerken, zodat ze een betere afweging kan maken. Ze houdt de Kamer op de hoogte over de voortgang, belooft de bewindsvrouw.
Ook heeft het kabinet, in overleg met provincies, extra ruimte gecreëerd voor te bouwen woningen tot 2030. Provincies zijn ervoor verantwoordelijk dat er voldoende plekken worden aangewezen zodat er genoeg woningen kunnen worden gebouwd. Bij dat aanwijzen gaan ze vanaf nu uit van 130 procent, in plaats van 100 procent, om meer zekerheid te krijgen dat de nodige woningen ook worden gebouwd. Op deze manier is al ruimte gemaakt voor 150.000 extra woningen in zeven provincies. Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat nog in gesprek met de andere provincies.