Column: Engel
Als je voor het eerst een nieuwe lichting brugklassers mag lesgeven, zou je bijna gaan geloven dat de meeste mensen deugen. De bruggers functioneren voorbeeldig, noemen je per ongeluk meester en gebruiken zelfs hun pauzes voor het maken van huiswerk.
De brugklasdocent loopt in september met zijn hoofd in de wolken en denkt dat hij koning David goed begrijpt. Zijn leerlingen zijn slechts „een weinig minder dan engelen” (Psalm 8:6). Ze zijn weliswaar geen onbeschreven blad, maar het scheelt niet veel. Althans, zo lijkt het.
Totdat het brugklaskamp geweest is, de herfst langzamerhand aanbreekt en het bengelen begint. De piepers wanen zich veilig, het huiswerk wordt minder goed gemaakt en niets lijkt leuker dan met collega-deugnieten een potje te keten. Hun leraar raakt van de weeromstuit geneigd om nu vooral de ongemakkelijke Bijbelse waarheden over de mens op zijn bruggers te plakken. Tot hij in de spiegel kijkt en hij het ontbreken van engelengeduld pijnlijk gewaarwordt. Zijn leerlingen zijn niet onheiliger. Sterker nog, de gezellen kunnen de meester vaak nog veel leren.
Wijze grijsaards in de pedagogiek wijzen erop dat een leraar vooral zijn leerlingen iets moet bijbrengen. Dat is zo. Omgekeerd gebeurt het gelukkig ook. Zoals bij het een-op-een-gesprekje met Youssef, die in werkelijkheid een nog Hollandsere naam draagt.
Youssef is een puber, maar steekt qua houding onalledaags in elkaar. Hij luistert goed, is bedachtzaam en kijkt regelmatig ernstig. Nadat de koetjes en kalfjes langs zijn gelopen, vraag ik hem wat hij belangrijk vindt in het leven. Daar hoeft Youssef niet lang over na te denken. „Ik wil anderen tot geloof brengen.” „Maar Youssef, hoe kom je daar zo bij?” Hij vertelt hoe een meneer hem geleerd heeft om op straat te evangeliseren. Dat dit zijn hart geraakt heeft. Hoe dit heeft geholpen om elke ochtend en avond God te zoeken. Welke geestelijke strijd hij als puber steeds moet voeren. „De Bijbel en gesprekken met mijn ouders helpen mij daarbij. De Heere Jezus geeft mij daarvoor kracht.”
Inmiddels is Youssef van school af. Ik weet niet hoe het met hem gaat. Bij zijn afscheid gaf hij me zomaar een afscheidspakketje. Regelmatig kijk ik nog naar de woorden op zijn afscheidskaart: May the Lord bless you and keep you.
Soms denk ik dat Hebreeën 13 ook op docenten van toepassing is. Vergeet de herbergzaamheid in je klaslokaal niet, want hierdoor hebben sommige docenten onwetend engelen geherbergd.