Dat leverde Bush op het thuisfront het verwijt van de Democraten op dat de reis van de Republikeinse president alleen bedoeld was om latino-stemmers te paaien bij de verkiezingen later dit jaar. Na zijn bezoek aan de VN-conferentie over ontwikkelingshulp in Mexico vloog Bush zaterdag naar Peru. Hij is de eerste zittende Amerikaanse president die dit land ooit bezocht. De Amerikaanse president benadrukte de „gemeenschappelijke strijd” van de VS en Peru tegen het internationaal terrorisme, maar beide regeringen konden het niet eens worden over een hervatting van de Amerikaanse luchtpatrouilles boven Peru bedoeld om het drugsverkeer te monitoren.

De langverwachte belofte van de Amerikaanse president voor een pan-Amerikaans handelsverdrag kwam er niet. Bush benadrukte wel het belang van meer handel, maar kwam niet met concrete voorstellen, tot teleurstelling van Peru’s bedrijfswereld. „Bush praat wel over handel, maar doet niets”, aldus Carlo Iraman, directeur van het Peruaanse handelshuis Marcator, dat is gespecialiseerd in handel met Noord-Amerika. Na Peru was Bush enkele uren in El Salvador. Hij noemde dat land een „Amerikaans succesverhaal”, in verband met de democratische ontwikkelingen. Hij vergat gemakshalve dat de VS onder het bewind van zijn vader het rechtse regime in El Salvador politiek steunden en militair bewapenden in de strijd tegen de linkse oppositie. Deze strijd kostte minstens 70.000 mensenlevens. Talrijke politiefunctionarissen en militairen die indertijd aan moordpartijen deelnamen, vonden later onderdak in de VS en kregen het Amerikaanse staatsburgerschap. Een van de slachtoffers van die genadeloze strijd was aartsbisschop Oscar Arnulfo Romero. Bush junior bezocht de hoofdstad San Salvador precies 22 jaar nadat leden van een Salvadoraans doodseskader de aartsbisschop door het hoofd schoten.