CBR wijst naar Kamer voor oorzaak achterstand
Wetgeving hindert het CBR om burgers zo snel en zorgvuldig mogelijk hun rijbewijs te verstrekken.
Deze boodschap brachten Pechtold –algemeen directeur– en Huizing –directeur bedrijfsvoering– maandag aan de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU). De Tweede Kamercommissie doet onderzoek naar de oorzaken achter de problemen bij uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, UWV en CBR.
„Neem bijvoorbeeld een burger met een ADHD-indicatie die zijn rijbewijs wil halen”, licht Huizing toe. „Zo iemand krijgt eerst een doorverwijzing naar een psychiatrisch specialist voor een keuring. Daarna volgt een aparte rijtest voordat deze persoon examen kan doen.”
Veel kandidaten ervaren dit als „disproportioneel.” „Uiteindelijk krijgt 75 procent de verklaring voor rijgeschiktheid. Kan het CBR voor deze groep niet de ruimte krijgen om te vertrouwen op de inschatting van de professionals van het CBR?”, aldus Huizing.
De directeur bedrijfsvoering geeft aan dat verkeersveiligheid bij zowel de Kamer, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als het CBR hoog in het vaandel staat. „Het mijden van veiligheidsrisico’s brengt administratieve lasten met zich mee voor burgers. Het is zoeken naar de balans tussen verkeersveiligheid en risico’s.”
Pechtold wenst dat „de oud-collega’s in de Kamer zich er in zouden verdiepen hoe weerbarstig het is.” „Bij sommige moties –en ik heb er vroeger ook voor gestemd– vragen we ons af: Weten ze wel wat ze ons aandoen?”
Het CBR kampt sinds eind 2018 met een achterstand bij de behandeling van Gezondheidsverklaringen, waardoor een rijbewijs langer op zich laat wachten.